voltooid deelwoord les 2

Ik kan aan het eind van de les.....
een persoonsvorm herkennen. 
een persoonsvorm in de TT/ VT goed schrijven.
een voltooid deelwoord herkennen. 
een voltooid deelwoord goed schrijven. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ik kan aan het eind van de les.....
een persoonsvorm herkennen. 
een persoonsvorm in de TT/ VT goed schrijven.
een voltooid deelwoord herkennen. 
een voltooid deelwoord goed schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind ik de persoonsvorm in een zin?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin?

De eigenwijze kleuter laat een kopje vallen.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in de zin?

De eigenwijze kleuter laat een kopje vallen.

Slide 4 - Open vraag

Zoek de PV...
Ik ben naar de stad gefietst.
A
Ik
B
ben
C
stad
D
gefietst

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een gezegde?

Slide 6 - Open vraag

Zoek het gezegde in deze zin:
De juf heeft pannenkoeken gebakken.
A
de juf
B
heeft
C
gebakken
D
heeft gebakken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Ik fiets naar de supermarkt.
A
fiets
B
ik
C
naar
D
supermarkt

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Ik ben naar de supermarkt gefietst.
A
ik
B
ben
C
gefietst
D
ben gefietst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voltooid deelwoord? Waar herken ik deze aan?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Een voltooid deelwoord...
- is een werkwoord
- verandert niet als je de zin in een andere tijd zet
- staat altijd samen in de zin met een vorm van het werkwoord hebben, zijn of worden

Slide 12 - Tekstslide

Maar...
- begint vaak met ge... (gelopen)
- staat vaak meer naar achteren in de zin
- hoort bij het gezegde

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord?
Ik ben in de sloot gesprongen.
A
Ik
B
ben
C
gesprongen
D
ben gesprongen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
De uitverkoop is begonnen.
A
begonnen
B
is
C
is begonnen
D
staat er niet in

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
Het eten heeft gesmaakt.
A
het eten
B
heeft
C
staat er niet in
D
gesmaakt

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
Ik loop naar school.
A
loop
B
staat er niet in
C
ik
D
school

Slide 17 - Quizvraag

Paul heeft vijf sommen gemaakt met slordige fouten.
Voltooid deelwoord?
A
Paul
B
gemaakt
C
heeft
D
fouten

Slide 18 - Quizvraag

Staat er altijd een voltooid deelwoord in een zin? Leg uit...

Slide 19 - Open vraag

Waar of niet waar?
1. voltooid deelwoord = werkwoord.
2. voltooid deelwoord en pv zijn hetzelfde
A
beide zinnen zijn waar
B
beide zinnen zijn niet waar
C
zin 1 is niet waar, zin 2 is waar
D
zin 1 is waar, zin 2 is niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord kan een voltooid deelwoord zijn?
A
fiets
B
gewonnen
C
loop
D
timmerman

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord kan een voltooid deelwoord zijn?
A
betaald
B
rijden
C
hebben
D
krijgen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van fietsen?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van lopen?

Slide 24 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van waarnemen?

Slide 25 - Open vraag