Harold les 1

Goeienavond Harold
Alles goed vandaag?
🙂alles prima
😐alles goed
😞niet goed
1 / 31
volgende
Slide 1: Poll
NT2Secundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Goeienavond Harold
Alles goed vandaag?
🙂alles prima
😐alles goed
😞niet goed

Slide 1 - Poll

Wie ben ik?
Hallo, ik ben Joost.










Slide 2 - Tekstslide

Hoe oud ben ik?
Ik ben 36 jaar.





Slide 3 - Tekstslide

Welke talen spreek ik?
Ik spreek Nederlands, Frans en Engels.

Slide 4 - Tekstslide

Waar woon ik?
Ik woon in België.

Slide 5 - Tekstslide

Wat doe ik graag?
Ik wandel graag.

Ik sport graag. 

Ik luister graag naar muziek.

Slide 6 - Tekstslide

Een simpele zin in het Nederlands
WIE OF WAT
1
ACTIVITEIT

2
INFO.

3

Slide 7 - Tekstslide

INVERSIE:
ALTIJD bij een vraag (1)
WIE OF WAT
2

ACTIVITEIT

1
INFO?

3

Slide 8 - Tekstslide

INVERSIE:
ALTIJD bij een vraag (2)
WIE OF WAT
3

ACTIVITEIT

2
INFO?

4
VRAAG
WOORD
1

Slide 9 - Tekstslide

INVERSIE:
Locatie of tijd vooraan in de zin
WIE OF WAT
3

ACTIVITEIT

2
INFO.

4
Locatie of tijd
1

3

Slide 10 - Tekstslide

Een simpele zin in het Nederlands
WIE OF WAT
1
ACTIVITEIT

2
(NIET)
GRAAG
3
INFO.

4

Slide 11 - Tekstslide

Wie ben jij?

Slide 12 - Tekstslide

Ik
ben
Harold

Slide 13 - Sleepvraag

Welke talen spreek jij?

Slide 14 - Tekstslide

Ik
spreek
Engels

Slide 15 - Sleepvraag

Hoe oud ben jij?

Slide 16 - Tekstslide

Ik
ben
16

Slide 17 - Sleepvraag

Ik
woon
in
Ierland

Slide 18 - Sleepvraag

Wat doe jij graag?

Slide 19 - Tekstslide

Ik
speel
graag
Minecraft

Slide 20 - Sleepvraag

De dagen van de week

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Zet de dagen van de week in de juiste volgorde. 
maandag 
dinsdag 
woensdag  
donderdag  
vrijdag
zaterdag
zondag

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

TOT WOENSDAG!

Slide 30 - Tekstslide

Slide 6 – ZINNEN BOUWEN (± 3 min)
Slide-type: Open vraag of Drag & Drop
Opdracht:
Maak zinnen van:

ik – koek – eet → Ik eet koek

jij – in – woont – België → Jij woont in België

Slide 31 - Tekstslide