HC 4: platteland/stad, wereldhandel & globalisering 2.0

Globalisering
Yusuf Kocayörük
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GlobaliseringHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Globalisering
Yusuf Kocayörük

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik HC3
Centrale vraag
Hoe kan ontwikkeling plaatsvinden?
Bril
Economisch
3 hoofdpijlers tot ontwikkeling
  1. Beleid
  2. Handel & specialisatie
  3. Hulp

Slide 2 - Tekstslide

Samenvattende schema H3

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen H4
  • Weten wat een peasant is en welke eigenschappen de peasants cultuur heeft. 
  • Weten wat het leveling mechanism is. 
  • Problematiek rondom afzetmarkten van peasants beschrijven en begrijpen. 
  • Het belang van de urbane migratie in ontwikkeling kunnen beschrijven en benoemen.
  • Uit kunnen leggen wat de impact van 'globalisering 2.0'(Nieuwe Zijderoute) op de wereld is.
Het begrijpen van de invloed van de onderzoeken van:
o De Soto 
o Turner 
o Lipton 
o Grameen bank 

Deze thema’s, die van invloed zijn op ontwikkeling van landen, een plek geven:
o Perspectieven voor landbouwontwikkeling 
o Verstedelijking 
o Ruraal-urbane migratie 
o Huisvesting en woonomstandigheden 
o Aanpak woonproblemen 
o De informele sector 
o Landbezit en hervormingen  
o Grote investeerders op zoek naar land  
o Landgrab 

Slide 5 - Tekstslide

Werkvorm 
Maak de formatieve toets bij C4 in duo`s zonder gebruik van de lesson-up (zie onderwijsonline, college 4). Kijk het na. Bij foute antwoorden ga je in deze lesson-up zoeken naar informatie die had gemist.
Doe dat ook bij vragen waarbij je veel twijfelde of gokte op een goed antwoord.

Je hebt ongeveer een uur de tijd. Neem dus goed je tijd. Daarna is het tijd om vragen te stellen en de les na te bespreken en/of af te sluiten.

Heb je tijd over, maak de verwerkingsopgave bij week 4 (te vinden op onderwijsonline, college 4).

Succes!

Slide 6 - Tekstslide

HC4 deel 1: Platteland/stad
  • Peasants vs Nomadisme / semi-nomadisme
  • Peasant-cultuur
  • Reciprociteit
  • Geloof & Mystiek
  • Leveling mechanism
  • Urban bias (ruraal-urbane migratie)

Slide 7 - Tekstslide

Leven van het land en vee
boerensamenlevingen, ook wel peasants

Slide 8 - Tekstslide

Leven van het land en vee (2)
Kenmerken Peasants
  • Verbouwen gewassen
  • Werk in familieverband
  • Wat kleinvee & pluimvee
  • Productie deels voor zichzelf (rijst, mais tarwe, etc.)
  • Deels handelsgewas: 'cashcrop' 
Werkverdeling Peasants
  • Taakverdeling obv leeftijd & sekse
  • Kinderen werken mee
  • Vrouw werkt in en om het huis (ook: water halen, hout hakken etc.)

Slide 9 - Tekstslide

Principe 'reciprociteit' 
  • Begin en eind van een landbouwseizoen = piekperiode
  • Peasents helpen elkaar dan onderling
  • 'Reciprociteit' = dienst- en wederdienst
  • In rustige periodes = neveninkomsten uit visvangst, ambacht en handel
Vb. 'Reciprociteit' Haïti

Slide 10 - Tekstslide

Verschil tussen peasants...
  • Sommige gebruiken last- en trekdieren (cultureel bepaald)                                                                      → aanzienlijke grotere productie mogelijk

Slide 11 - Tekstslide

Nomadische/semi-nomadische
Kenmerken
herdersvolken/pastoralisten: rondtrekken met...
  • runderen, schapen, kamelen
  • leven van melk, vlees, huid en wol
Misverstand
gemeenschappelijk grondgebruik → zorgt voor onverantwoord gedrag door pastoralisten of peasents: meer vee houden, dan graslanden aankunnen (= erosie en uitputting)→ is niet waar!

De échte reden: uitdijende steden → meer houtskool nodig → kappen → kaalslag → wind en regen voeren toplaag bodem af

Slide 12 - Tekstslide

Peasant-cultuur
  • "Tegenhanger van stedelijke samenlevingen"
Literatuur
Prekapitalistische agrarische productiewijze die in essentie gericht is op de instandhouding en reproductie van het huishouden en NIET op groei en bedrijfsresultaten (Kloos, 1991)

Slide 13 - Tekstslide

Geloof & Mystiek
  • Belangrijk onderdeel van het dagelijks leven
  • Belemmering voor ontwikkeling (Vermeulen, 2007)

Slide 14 - Tekstslide

George Foster
  • Collectief bezit = statisch → niet vermeerderbaar
  • Leveling mechanism = iemand heeft het beter? dan dat deel verdelen
  • Image of the limited good
  • Leveling mechanism = negatief → rem op individuele ondernemingslust
  • Resultaat = shared poverty  → familiair ok, macro een ramp

Slide 15 - Tekstslide

Perspectieven voor landbouwontwikkeling
Concrete oplossingen
  1. Boer moet ondernemer worden: productie plannen met winstoogmerk
  2. Landbouwer beschermen tegen goedkope buitenlandse producten
  3. Einde monopolisering van handel
  4. Peasants moeten zich verenigen in 'landbouwcoöperaties' → inkoopprijzen ↓ + verkoopprijzen ↑

Slide 16 - Tekstslide

Ruraal-urbane migratie
  • Waarom trekken jongeren naar de stad? → rationele respons op vraag & aanbod op de arbeidsmarkt.
  • Is het wenselijke arbeidsmobiliteit? De stad kan de migranten vaak niet allemaal absorberen.
Bloed, zweet en luxeproblemen: kleding uit Bangaldesh
Door het hart van China: de k-straat (zieken trekken naar ziekenhuizen in de stad)
Oorzaken migratie
  • Hoge verwachtingen
  • Men is meer geïnformeerd over het stadse leven
  • Gevoelskwestie: leven in een stad vs armoede, geen vooruitgang etc.
Verwachtingen reëel?
  • Kosten levensonderhoud ↑
  • Voor alles moet worden betaald (geen eigen akkerbouw meer)
  • Hogere prijzen
Gevolgen 'urban bias'
Platteland raakt geschoolden kwijt → brain drain → vernieuwing geen kans → economische achteruitgang

Slide 17 - Tekstslide

Huisvesting & woonomstandigheden
  • 1/3 vd stedelijke bevolking woont in sloppenwijken
  • Geen/nauwelijks (door overheid geregelde) sociale woningbouw
Kenmerken 'slums'
  • Grote armoede
  • Overbevolking
  • Werkloosheid
  • Afwezigheid straatverlichting, elektra en schoon water
  • Onverharde paden
  • Vuilnisbelten
  • Open riolering
Kenmerken onderkomens
  • Vaak op illegaal stuk gebouwd
  • Van ongebruikelijke materialen gemaakt
  • Geen keuken & sanitair
  • Niet meer dan één of twee vertrekken
Sociale desintegratie
Positieve ontwikkelingen (overlevingsstrategie)
  • Hechte sociale relaties (verwantschap, burenhulp, etc.)
  • Helpt elkaar aan werk & deelt kennis
  • Samen koken
  • Vormen belangengroepen
  • Self-help comités voor aanleg van leidingen, elektra, etc.

Slide 18 - Tekstslide

Aanpak woonproblemen
Rol overheden(landelijk/stedelijk) bij verbetering woon- en leefklimaat
  • Groei indammen
  • Voorlichting gezinsplanning
  • Bevolking in ruraal gebieden behouden (mislukt)
  • Straathandel verbieden
  • Spontane nederzettingen platgooien (mislukt, elders weer een nieuwe)
Hoe aan te pakken? (Turner)
  • Crea i.p.v. crimi
  • Slums = wijk in opbouw
  • Self-help projecten ondersteunen! Zelfbouw stimuleren & reguleren
  • Probleem self-help: bewoners hebben geen eigendom op grond → eigendomstitels verstrekken! Hierdoor 'settlement upgrading'


Slide 19 - Tekstslide

De informele sector
Waarom opnieuw aan de orde?
  • Belangrijk als vangnet voor stedelingen, zowel pas aangekomenen als mensen die er al langer wonen
  • Wanneer het slecht gaat met de formele economie, dijt de informele economie uit


Informele sector
  • Schaduweconomie of urbane vluchtsector
  • Economische activiteiten buiten regelgeving en overheidscontrole
  • Bijv: straathandel, dienstverlening in open lucht (schoenen poetsen)
Informele sector: pluspunten
  • Makkelijk toegankelijk voor vrouwen
  • Ruggengraat voor stedelijke economie (vooral door het aantal) - potentiële gangmaker van de economie (De Soto)
Probleem
  • Gebrek aan werk- en investeringsklimaat kan een probleem zijn.
  • Reguliere banken tonen geen belangstelling voor zulke kredieten
  • Toch mogelijkheden → Grameen Bank, Bangladesh 
Grameen Bank

Slide 20 - Tekstslide

HC4 deel 2: Wereldhandel
  • Mechanisme van afzetmarkten & landbouwprijzen
  • Prijsbederf
  • Landbezit & hervorming

Slide 21 - Tekstslide

Afzetmarkten & landbouwprijzen 
  • Mondiaal stijgende voedselprijzen worden niet doorberekend, gestegen kosten voor kunstmest wél
  • Dus overlevingsstrategie 
  • → Marktprijzen handelsgewassen te laag?/productiekosten te hoog? → stoppen met handel + alleen voor zelfvoorziening → niet lang vol te houden
  • Handelaren monopoliseren de markt → peasants komen er niet tussen.
  • Vóór de oogst = door schaarts de voedselprijs ↑
  • Handelaren houden voorraden vast (prijs verder ↑)
  • Peasants betalen de hoofdprijs om zélf eten te kopen → schulden
  • 'Schuldslavernij' i.g.v. één persoon (opkoper, woekeraar en landeigenaar) (Lipton)

Slide 22 - Tekstslide

Afzetmarkten & landbouwprijzen (2) 
  • Producenten van exportgewassen krijgen een slechte prijs door:
- export belasting/import heffing
- excessieve markt- en transportkosten
- overwaardering van de munt

Slide 23 - Tekstslide

Prijsbederf door EU en V.S. 
Urban Bias
Voedselprijzen laag (lager dan reëel) → lonen ↓  → stedelijke elites verdienen  ↑ → boeren blijven arm

Oplossing? → 'fair trade' (eerlijke prijzen voor producenten, landarbeiders en consument) → betere marktpositie voor boeren (ook bij inkoop van kunstmest, machines en gereedschap)
Algemene oplossing ontwikkeling
Valorisatie

Het proces dat kennis omzet naar commercieel haalbare producten, processen of diensten (geld).

Slide 24 - Tekstslide

Landbezit & hervormingen
  • Sub-Sahara Afrika = 2%-10% van het land onder formeel landbezit → toch geen grote rijkdom
  • Wellicht door mentaliteit van peasant? (sociale activiteit i.p.v. economische)
  • Andere landen (o.a. India, Thailand) hadden eigen redenen voor het achterblijven van ontwikkeling kasteloze Dalits in India →ongelijk bezit
  • Maar..... Thailand was ook succesvol 
Succesfactoren Thailand
  • Microkrediet op dorpsniveau
  • Lening aan boeren tegen een lage rente
  • Infra-ontwikkelingen
  • Ontwikkelingsprogramma voor MKB op het platteland

Slide 25 - Tekstslide

HC4 deel 3: globalisering 2.0
  • Belang van Afrika
  • Landgrab
  • Cashcrop
  • Globalisering 2.0: de impact
  • Scramble for Africa

Slide 26 - Tekstslide

Belang Afrika: theorie vs realiteit
Theorie
  • Overdracht technologie
  • Werkgelegenheid
  • Productiviteit landbouw ↑
  •  Ontsluiting platteland
  • Verbetering handelsbalans
Realiteit
  • Kapitaalintensieve productie
  • Weinig mensen in dienst
  • Verwerking gebeurt ook zonder dat Afrikaanse landen profiteren
  • Macht over grondstoffen kwijt
  • Sterke afhankelijkheid van China
Praktijkcasus: Zambia (later vandaag)

Slide 27 - Tekstslide

Grote investeerders op zoek naar land: Afrika
Chinese rechten in Afrika
Chinese investeringen in Afrika
Chinese investeringen in Afrika (2)
Chinese handel met Afrika
Druk op voedselmarkt
1. Vleesconsumptie in Azië ↑ → vraag veevoer ↑→ verdringt voedselproductie voor de mens
2. Toename vraag biobrandstoffen (afbeelding 2015)
Herleving van de koloniale tijd?!
Landgrab
Oorzaken:
1. Boeren hebben geen eigendomstitels
2. Boeren gebruiken grond als gewoonterecht
3. Boeren hebben geen juridische bescherming

Landtransacties nemen hard toe (FAO)
Biobrandstoffen
Chinese investeringen in Afrika (3)
Bron

Slide 28 - Tekstslide

China: de nieuwe zijderoute
  1. Globalisering 2.0: nieuwe wereldspeler
  2. Impact voor Schiphol & duurzaamheid?!
  3. Scramble for Africa: herboren kolonialisme?!
De nieuwe Zijderoute

Slide 29 - Tekstslide

Globalisering: nieuwe wereldspeler
  • Zijderoute 2.0 (video 1)
  • China als nieuwe wereldmacht (video 2)
  • Redding of een strop? (video 3)

We kijken naar een video van NOSop3 (5:32)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Impact voor NL / Schiphol & duurzaamheid?!
  • Deals met Nederland
  • Concurrentie voor Schiphol
  • Sneller, goedkoper, duurzamer?

We kijken naar 2 video's van RTLZ (3:00)

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Scramble for Africa: herboren kolonialisme?!
  • Investeringen in Afrika
  • Keerzijde van de deals


We kijken naar een video van RTLZ (4:39)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Casus HC4: China in Zambia
  1. Welke thema’s die bij het hoorcollege zijn besproken zie je terug in de documentaire?  
  2. China staat bekend als een communistisch land. Toch stelt de Zambiaan (rondom minuut 9) dat het kapitalistisch zou zijn. Verklaar zijn stelling.  
  3. China heeft bedrijvigheid gebracht, waaronder het laten draaien van fabrieken. Geef aan welke schaduwzijde de Chinese komst t.a.v. bedrijvigheid heeft gebracht.  
  4. De Zambiaanse handelaar (rondom minuut 16/17) stelt dat de handel op de markt matig is en dat Chinese collega's veel meer winst maken. Welke redenen noemt hij voor de achterblijvende Zambiaanse winst?  
  5. Welk probleem stelt de vice-premier van Zambia t.a.v. de positie van Zambiaanse boeren?
  6. Wat leren de antwoorden op vraag 1 t/m 5 ons?
Een spoor van Chinezen (Zambia) (24 minuten)
Korte toelichting
Veertig jaar geleden legden de Chinezen een treinspoor aan door Zambia. Ze noemden dit het spoor van de vrijheid. Bram Vermeulen reist per trein door het Afrikaanse land om te ontdekken wat er van die oude vriendschap geworden is.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 39 - Video