7.4: Contacten over de grens

5.3 Bronnen Verschillende identiteiten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.3 Bronnen Verschillende identiteiten

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
  • Lesdoelen 
  • Nationale identiteit 
  • Regionale identiteit 
  • Lokale identiteit 
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat het begrip nationale identiteit is. 
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat het begrip regionale identiteit is. 
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat het begrip lokale identiteit is.  

Slide 3 - Tekstslide

Nationale identiteit 
  • Het gevoel dat jij bij een land of volk hoort. 
  • Taal, hoe mensen met elkaar, tradities en godsdienst. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een onderdeel van de nationale identiteit van Nederland?
A
Zeeuwse bolussen & Hunebedden
B
Het straatfeest & de skatebaan
C
fietsen, Sinterklaas & Koningsdag

Slide 5 - Quizvraag

Regionale identiteit 
  • Tradities, regels, normen en waarden die binnen een bepaalde regio/ provincie gelden waarmee je verbonden voelt
  • Bijvoorbeeld fierljeppen in Friesland. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is regionalisme?
A
De provincie is belangrijk
B
Het land is belangrijk
C
Alleen de stad telt
D
Het streven naar onafhankelijkheid

Slide 7 - Quizvraag

Wat is lokalisme 
  • Dat je zich erg verbonden voelt, met je eigen woonplaats en omgeving. 
  • In Nijmegen tijdens de Vierdaagse voelt iedereen zich dan erg verbonden met hun woonplaats nijmegen.  

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van lokalisme?
A
Ze spreken in Friesland de taal het Fries
B
Milou voelt zich vooral een Lissenaar
C
Iedereen in Nederland staat achter het Nederlands elftal
D
De tulpen zijn een typisch Nederlands iets

Slide 9 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van identiteit
Nationale identiteit
Regionale identiteit
Lokale identiteit

Slide 10 - Sleepvraag


A
Regionalisme
B
Lokalisme

Slide 11 - Quizvraag

Zelfstandig werken 
Wat?: Je gaat zelfstandig werken aan paragraaf 5.3 
Hoe?: met je laptop via de online methode geo. 
Waarom?: om te oefenen met de leerstof. 
Tijd?: 20 minuten. 
Klaar?: Werken aan de vorige paragrafen en alvast 5.4 doorlezen. 

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat het begrip nationale identiteit is. 
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat het begrip regionale identiteit is. 
  • Aan het einde van de les weten de leerlingen wat het begrip lokale identiteit is.  

Slide 13 - Tekstslide

7.4: Contacten over de grens

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Nadelen van open grenzen

Slide 16 - Tekstslide

Euregio's

Slide 17 - Tekstslide

De Euregio's proberen grensoverschrijdende problemen op te lossen.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Een nadeel van open grenzen is concurrentie op de arbeidsmarkt.
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag