H3.1

H3 Water
paragraaf 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Water
paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1
3.1.1 Je kunt de drie fasen benoemen.
3.1.2 Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.
3.1.3 Je kunt beschrijven dat ijs en veel andere vaste stoffen een kenmerkende kristalstructuur hebben.
3.1.4 Je kunt verschillende soorten neerslag beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Welke 3 fases kennen we?

Slide 3 - Tekstslide

Gas
Vloeibaar
Vast
Wolk
Stoom
Ijsklontje
Zeewater

Sneeuw

Slide 4 - Sleepvraag

Lees 3.1
Lees het kopje: Soorten neerslag


timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk soorten neerslag

Slide 6 - Open vraag

Vast, vloeibaar en gasvormig.
Sneeuw, hagel en rijp bestaan uit ijs. Als je een handvol van oppakt, smelt het ijs in je warme hand en blijft er alleen wat smeltwater over.

Regen, dauw en mist bestaan uit waterdruppels. bij regen en dauw kun je de druppels vaak goed zien, bij mist zijn ze vaak microscopisch klein.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten neerslag
We denken vaak aan: regen, sneeuw en hagel

Dauw bestaat uit kleine waterdruppeltjes. 

Rijp bestaat uit enorme aantallen kleine ijskristallen. 

IJzel is zeer koude regen, die bevriest als het de bevroren grond raakt.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je
het natuurverschijnsel
op het plaatje ?
A
mist
B
dauw
C
rijp
D
ijzel

Slide 9 - Quizvraag

Met welke
fase-overgang
heb je te maken bij
het onstaan van ijzel?
A
vast naar vloeibaar
B
vloeibaar naar vast
C
gas naar vast
D
vloeibaar naar gas

Slide 10 - Quizvraag

Je kunt de drie fasen van water herkennen in de praktijk.

Slide 11 - Tekstslide

Sneeuwkristallen
Kristalstructuur:
Een kenmerkende, regelmatige structuur van veel vaste stoffen

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Lees zelf nog het onderdeel kristallen. 

Maak daarna de volgende opgaves: 
1 tot en met 8 behalve opgave 6. 

Ben je daarmee klaar? 
Maak dan de test jezelf. 

Slide 13 - Tekstslide