GRAMMAR ch. 2 + 3 zonder ANTWOORDEN

  • Past Simple (regelmatige en onregelmatige w.w.
  • Past Continuous
  • Past Continuous (2x in de zin)
  • Past Continuous samen met Past Simple in de zin
  • In, on, at (tijd en  plaats)
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

  • Past Simple (regelmatige en onregelmatige w.w.
  • Past Continuous
  • Past Continuous (2x in de zin)
  • Past Continuous samen met Past Simple in de zin
  • In, on, at (tijd en  plaats)

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple

Slide 2 - Tekstslide

VUISTREGELS Past Simple
Wil je aangeven dat je iets in het verleden gebeurde (en is gestopt), dan gebruik je de Past Simple.

Signaalwoorden: yesterday, a week ago






Mijn moeder bakte een taart vorige week. - My mum baked a cake last week.
Ik ging gisteren naar school - I went to school yesterday.


Slide 3 - Tekstslide

VUISTREGELS Past Simple
TWEE MANIEREN:

1. Je plakt: -ed achter het hele werkwoord.
I walk -> I walked            You watch -> You watched         He cooks -> He cooked  We play -> We played   You wash -> You washed    They shout -> They shouted

2. Je gebruikt een onregelmatig werkwoord (rij 2!)
I see - I saw                              You go - You went               He buys - He bought
We speak - We spoke          You do - You did                   They drive - They drove




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

I
I
I
What did you do yesterday / a week ago?
I
I
I
I
-ED

Slide 6 - Tekstslide

1. I help
2. he washes
3. they live
4. we arrive
5. I enjoy
6. he studies
7. you cry
8. we stop
9. I plan
10. they die
11. she stays

Slide 7 - Tekstslide

1. I cook
2. he visits
3. we watch
4. she jumps
5. you help
6. we listen
7. they marry
8. she uses
9. we arrive
10. we fix
11. you tidy

Slide 8 - Tekstslide

Irregular verbs

Slide 9 - Tekstslide

I
I
I
I
I
What did you do yesterday / a week ago?
ONREGELMATIG WERKWOORD

2e rij - je hoeft ze niet uit je hoofd te leren!
(spiekbrief/cheat sheet bij de toets)

Slide 10 - Tekstslide

1. I run
2. he goes
3. they buy
4. we see
5. I eat
6. he steals
7. you swim
8. we think
9. I wear
10. they pay
11. she drives
12. you drink

Slide 11 - Tekstslide

Past Continuous

Slide 12 - Tekstslide

VUISTREGELS Past Continuous
Wil je aangeven dat je iets een tijdje deed in het verleden, dan gebruik je de Past Continuous.

Om de Past Continuous te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig, 
namelijk was/were + werkwoord met -ing erachter.




It was raining.
We were singing.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

werkwoord
enkel -
voud
meer -
voud

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vul in: de PAST CONTINUOUS
1. She thought he ______________ at her. (stare)
2.  I know she ______________ at me. (look)
3. Those men ___________________ at him. (laugh)
4. Who _______ you ______ to, daddy? (4. speak)
5. The boat ________________ back to the wharf. (go)

 

 

Slide 17 - Tekstslide

Vul in: de PAST CONTINUOUS
  • Ferdinand ..... (1. to shout) to my best friend, while he ..... (2. to walk) his dog. 
  • My brother and I ..... (3. to laugh) until we cried, when he started telling jokes.
  • Sarah ..... still ..... (4. to think) about her exam, while she ...... (5. to cycle) home.

Slide 18 - Tekstslide

Past Continuous 2x

Slide 19 - Tekstslide

VUISTREGELS 
2 x PAST CONTINUOUS
in één zin

Slide 20 - Tekstslide

TWEE keer Past Continuous in één zin: 
twee dingen gebeuren tegelijk en duren (ongeveer) even lang.
Signaalwoord =
while
____
Past Continuous
Past Continuous
+

Slide 21 - Tekstslide

Twee gebeurtenissen die even lang duren verbonden door het woordje WHILE!
Mother was cooking dinner while father was watching television.
While I was driving, he was sleeping.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Vul in: de PAST CONTINUOUS (2x)
  • She  ______________ (1. play) the piano while I ________ (2. eat) dinner.
  • My brother and I _______ (3. watch) TV while  my dad _______ (4. fix) my broken bike.
  • While my mum _______ (5. work), my grandma _________ (6. babysit) my baby brother.
  • Peter  _______ (7. sleep) while his girlfriend _________ (8. talk) on the phone to a friend.

Slide 24 - Tekstslide

Past Continuous + Past Simple
in één zin

Slide 25 - Tekstslide

VUISTREGELS 
PAST CONTINUOUS + PAST SIMPLE
in één zin

Slide 26 - Tekstslide

Past Continous en Past Simple in één zin





Past Continuous = al aan de gang (lang)
Past Simple = iets gebeurde (kort)
was watching - called
was shaving - rang

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Vul in: PAST CONTINUOUS + PAST SIMPLE
1. I  ______________ (wait) for the bus (lang) when it __________ (start) to rain (kort).
2.  They _______ (play) basketball, when I ______ (see) them.
3. When the phone _______ (ring), she _________ (write) a letter.
4. I __________ (study), when my dad _________ (knock over) his tea cup.
5. My mom _________ (enter) my grandma's house, while my little brother __________ (play) in the yard. 



 

 

Slide 29 - Tekstslide

Vul in: PAST CONTINUOUS + PAST SIMPLE
1. I  ______________ (read) a book when the phone ______ (ring).
2. They _____________ (wash) the car when the accident _________ (happen).
3. I _________ (wait) for the bus when a pigeon ________ (attack) me.
4. While we ___________ (walk) the dog, the neighbours __________ (start) a fight.
5. I ____________ (read) the newspaper when all of a sudden my cat ________ (jump) onto my lap.



 

 

Slide 30 - Tekstslide

In On At

Slide 31 - Tekstslide

VUISTREGELS in, on, at - plaats
REGELS MET BETREKKING TOT PLAATSEN

We gebruiken at als je het hebt over dat iemand of iets bij een bepaalde locatie is
We gebruiken on als je het over de oppervlakte hebt / iets ergens bovenop is
We gebruiken in als je het hebt over dat iemand of iets in een bepaalde locatie is


Slide 32 - Tekstslide

VUISTREGELS in, on, at - tijd
REGELS MET BETREKKING TOT TIJDEN
We gebruiken at als je het hebt over specifieke tijdstippen
We gebruiken on als je het hebt over dagen en data
We gebruiken in als je het hebt over langere periodes of als je het woord 'over' bedoeld

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

https://agendaweb.org/grammar/prepositions-time-exercises.html
Kopieer de link in de taakbalk, als hij het niet doet!
Maken: 1, 2 + 3

Slide 35 - Tekstslide

https://test-english.com/grammar-points/a1/at-in-on-prepositions-of-place/
Kopieer de link in de taakbalk, als hij het niet doet!
Maken: 1, 2 + 3

Slide 36 - Tekstslide

THAT WAS ALL!!!

Slide 37 - Tekstslide