2024 week 27 mei

  • lire
  • le vocabulaire
  • écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik in het Frans opschrijven wat ik als ontbijt eet
  • Weet ik hoe ik (werk)woorden kan afwisselen om de tekst prettiger te maken om te lezen
  • weet ik de Franse woorden voor: altijd - vaak - soms - vooral - alleen maar 

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • lire
  • le vocabulaire
  • écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik in het Frans opschrijven wat ik als ontbijt eet
  • Weet ik hoe ik (werk)woorden kan afwisselen om de tekst prettiger te maken om te lezen
  • weet ik de Franse woorden voor: altijd - vaak - soms - vooral - alleen maar 

Slide 1 - Tekstslide

Comment faire? 
  1. D'abord: lire et comprendre
  2. Ensuite: reproduire / copier
  3. Puis: reviser / étudier
  4. Finalement: créer: écrire 


Slide 2 - Tekstslide

1. Lire et comprendre
Que faire? (De opdracht)
- lees de tekst op bladzijde 69

- onderstreep de woorden in de tekst die je op je werkblad ziet

- Noteer de vertaling van de woorden op je werkblad (en volgende pagina)

- probeer de tekst met behulp van de woordenlijst te begrijpen


Slide 3 - Tekstslide

Noteer  de vertaling van deze woorden:

Qu'est-ce que
pendant
Raconte --> raconter
(ils) prennent
la santé
le matin
toujours
le dimanche
je préfère
je déteste
surtout
alors
parfois
à midi
comme boisson
souvent
par exemple
J'aime bien
seulement

Slide 4 - Tekstslide

1. Lire et comprendre
Comment faire? 
Gebruik:
- De apprendres achterin het hoofdstuk of de alfabetische woordenlijst helemaal achterin je boek 

- Je klasgenoten, als jij iets zelf niet kan vinden 

- Als dat allemaal niet heeft geholpen, steek dan je vinger op voor mijn hulp

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Compréhension du texte

Slide 6 - Tekstslide

Wat begrijpt Hugo niet?
A
Dat een ontbijt zo goed voor je zou zijn
B
Dat sommige mensen geen ontbijt eten
C
Dat mensen melk drinken voor ontbijt

Slide 7 - Quizvraag

Qu'est-ce que Hugo ne boit pas pour le petit-déjeuner?
A
Du lait
B
Du jus d'orange
C
Du thé
D
Du café

Slide 8 - Quizvraag

De quel repas parle Sandra?
A
Le petit-déjeuner
B
Le déjeuner
C
Le dîner

Slide 9 - Quizvraag

Laure noemt het eten van pizza's haar "petit péché mignon". Waarom?
A
Omdat ze het eigenlijk heel erg vindt, dat ze vaak pizza's eet.
B
Omdat pizza's eigenlijk best gezond zijn.
C
Omdat pizza's het enige is wat ze eet, wat net iets minder gezond is
D
Omdat ze mini-pizza's zo schattig vindt.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wie eet het minst gezond?
A
Hugo
B
Sandra
C
Laure

Slide 12 - Quizvraag

Révision

Qu'est-ce que
pendant
Raconte --> raconter
(ils) prennent
la santé
le matin
toujours
le dimanche
je préfère
je déteste
surtout
alors
parfois
à midi
comme boisson
souvent
par exemple
J'aime bien
seulement
wat
tijdens
Vertel! - vertellen
(zij) nemen
de gezondheid
lett.: de ochtend, in deze tekst: 's ochtends
altijd
lett.: de zondag, in deze tekst: 's zondags
Ik heb liever
Ik heb een hekel aan
vooral
dus
soms
om 12 uur 's middags
als drankje
vaak
bijvoorbeeld
Ik hou (best wel) van
Ik vind (best wel) leuk 
alleen maar, slechts

Slide 13 - Tekstslide

2. Reproduire - reproduceren
Que faire: 
Ex. 27 et 28 blz 70

Ex. 27: Zoek de juiste zinnen en onderstreep deze in de tekst 

Ex. 28:maak zelf zinnen, kopieer gedeeltes uit de leestekst




Slide 14 - Tekstslide

2. Reproduire
Comment faire: 
Gebruik: 
- Je vertaling
- Je woordenlijstje
- Geen chromebook

Schrijf netjes, met pen in je boek



Slide 15 - Tekstslide

2. Reproduire

Ex. 27: Zoek de juiste zinnen en onderstreep deze in de tekst
Ex. 28:maak zelf zinnen, kopieer gedeeltes uit de leestekst

Werk weer voor jezelf, met eventueel fluisterend overleg.

Tout fini? Geef het aan, dan laat ik de antwoorden zien.




timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

3. Reviser
Que faire?
Neem je woordenlijst en de belangrijkste werkwoorden uit de tekst:




Je mange
Je bois
Je prends
J'adore

J'aime bien
Je déteste
Je préfère

Slide 17 - Tekstslide

4. Ecrire
Que faire:
Ex. 29 blz 71
Schrijf een tekst van ongeveer 40 woorden waarin je vertelt wat je eet voor ontbijt. Daar moet in staan: 
- minimaal één ding wat je vaak eet en minimaal één ding wat je vaak drinkt
- waarom je dat eet of drinkt (lekker? gezond?)
- iets wat je soms eet of drinkt
- iets wat jij niet of nooit eet of drinkt voor ontbijt en waarom niet

timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

schrijf een zin op

Slide 19 - Woordweb

4. Ecrire
Comment faire:

- Let op de woordvolgorde (eerst onderwerp + werkwoord, dan de rest)
- Let op de spelling, hoofdletters en punten

- Gebruik - als je iets moet opzoeken - de Franse tekst met je vertaling, de apprendres of de alfabetische lijst achterin je boek

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

4. Ecrire
Combien de temps?

Jusqu'au fin du cours! 
Tot het eind van de les. Ik wil graag dat je je tijd hiervoor neemt. 

Tout fini? Laat mij dan je netversie zien in je boek. Dan geef ik je complimenten en tips en kun je nog een verbeterde versie eronder zetten. 

Slide 21 - Tekstslide

Mercredi /Jeudi
Leren :

apprendre 5: prendre (blz 73 )
apprendre 10: hoeveelheidswoorden (blz 75)

Slide 22 - Tekstslide

We starten met een filmpje

1. Wat betekent de titel van het filmpje: 'La pire haleine du monde'?
2. Wat vraagt de man aan de voorbijgangers?
3. Welke boodschap krijgt de man aan het einde van het filmpje via het scherm?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Vraag 1
1Wat betekent de titel van het filmpje: 'La pire haleine du monde'?
A. De slechtste adem van de wereld.
B. De slechtste grap ter wereld.
C. Het beste idee voor uw mond.
D. Het beste snoepje voor uw mond.


Slide 25 - Tekstslide

Vraag 2
2. Wat vraagt de man aan de voorbijgangers?

In het Fr en/of NL

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 2
2. Wat vraagt de man aan de voorbijgangers?

Excusez moi, je cherche le chemin de la gare. 

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 3
Welke boodschap krijgt de man aan het einde van het filmpje via het scherm?

FR en/of NL

Slide 28 - Tekstslide

Vraag 3
Welke boodschap krijgt de man aan het einde van het filmpje via het scherm?

Prends un Tic Tac

Slide 29 - Tekstslide

  • finir/reviser écrire
  • les devoirs
  • delend lidwoord en hoeveelheidswoorden 
  • évaluer les cours de Mme Rogers
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik feedback gekregen op mijn schrijfopdracht
  • kan ik het delend lidwoord beter toepassen in zinnen

Slide 30 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu manges comme petit déjeuner?
Je mange ... 
Je bois ...
Je prends ... 

... parfois (soms)
... aussi 

J'aime le/la/les ....
J'adore ... 
timer
2:00

Slide 31 - Tekstslide

écrire
finir/reviser

Slide 32 - Tekstslide

Les devoirs
Hoeveelheidswoorden (apprendre 10 /prendre (apprendre 5)
5 minuten de tijd om te leren

blooket: prendre en hoeveelheidswoorden

My Sets
48 Questions
1 havo/vwo unité 4
212 Plays
Edited 3 months ago
Assign
45 Questions
2 vwo unité 1,2,4,6 en luistertoets
103 Plays
Edited 6 days ago
Assign
44 Questions
apprendre 1 émotions
96 Plays
Edited 2 months ago
Assign
42 Questions
1 havo/vwo unité 2
94 Plays
Edited 4 months ago
Assign
25 Questions
woordenlijst B Kapitel 7
79 Plays
Edited a month ago
Assign
36 Questions
apprendre 2 émotions en signaalwoorden
73 Plays
Edited 6 days ago
Assign
30 Questions
2 havo Duits Kapitel 3
43 Plays
Edited 5 months ago
Assign
20 Questions
3 vwo unité 2
30 Plays
Edited 6 months ago
Assign
32 Questions
werkwoorden -re
30 Plays
Edited a month ago
Assign
37 Questions
être tegenwoordige tijd
28 Plays
Edited 6 days ago
Assign
35 Questions
woordenlijst A Kapitel 7
18 Plays
Edited 15 days ago
Assign
48 Questions
1 mavo unité 1
10 Plays
Edited 2 months ago
Assign
35 Questions
2 mavo unité 4 apprendre 1 en 2
9 Plays
Edited 14 days ago
Assign
25 Questions
Apprendre 1 en 2 unité 4
9 Plays
Edited a month ago
Assign
18 Questions
Apprendre 1 UNITÉ 6
0 Plays
Edited a month ago
Assign
32 Questions
prendre en hoeveelheidswoorden

Slide 33 - Tekstslide

Lidwoorden in het Frans

un, une
le. la, les
du, de la, de l', des - het delend lidwoord
de, d'

Wanneer gebruik je wat?


Slide 34 - Tekstslide

de l'

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Aimer, adorer, détester, préférer 
Deze werkwoorden drukken gevoelens uit. 
  + Houden van = aimer
++ Dol zijn op = adorer
 -- Een hekel hebben aan = détester 
     Liever hebben = préférer


Slide 39 - Tekstslide

Aimer, adorer, détester, préférer 
Voorbeelden:
j'aime le français, 
elle adore la musique, 
ils détestent les mathématiques
Nous préférons l'anglais

Slide 40 - Tekstslide

Alles op een rijtje ;-)
Je mange de la glace                            ?
Je mange un peu de glace                 ?
Je ne mange pas de glace                  ?
je mange trois glaces                            ?
J'adore la glace                                        ?
Je n'aime pas la glace                           ?

Slide 41 - Tekstslide

Alles op een rijtje ;-)
Je mange de la glace                             delend lidwoord (v. ev)
Je mange un peu de glace                  hoeveelheidswoord
Je ne mange pas de glace                  ontkenning
je mange trois glaces                            telwoord
J'adore la glace                                        vorm van adorer/détester/
                                                                         aimer/préférer
Je n'aime pas la glace                           vorm van adorer/détester/
                                                                          aimer/préférer

Slide 42 - Tekstslide

Aimer, adorer, détester, préférer 
Regel:
Na de vervoeging van 'aimer, adorer, détester, préférer' gebruik je in het Frans le / la / l' / les.
In het Nederlands gebruik je géén lidwoord.

Slide 43 - Tekstslide

Werkwoorden op -er
Hoe vervoeg je het werkwoord 'Aimer = houden van'?
J'aime
Tu aimes
Il/elle/on aime
Nous aimons
Vous aimez
Ils/elles aiment

Slide 44 - Tekstslide

Apprendre 3 en 10
timer
5:00

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Au travail

Oefening 16f, 16 g blz 81

Slide 49 - Tekstslide

évaluer
les cours de Madame Rogers

Slide 50 - Tekstslide