12. La ropa

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Buenos días!

Moreno gletsjer Argentinië

¿Qué vamos a hacer?

• Preguntas Lucy (repasar el aspecto físico)

• Repasar los colores

•  La ropa

Lesdoel: Ik weet hoe de kledingstukken in het Spaans heten.

Lucy de verslaglegger van W1A...

Vraag 1: ____________________

Vraag 2: ____________________

Vraag 3: ____________________

Ik kan het uiterlijk beschrijven

Es mayor, gordo y calvo. Es elegante. Lleva gafas modernas. 

Es alta, delgada y muy guapa. Tiene el pelo rubio y corto. 

Es delgada. Es algo mayor, morena con pelo largo.  Es muy elegante

Es joven y dinámico. Tiene el pelo largo y moreno. Lleva barba y bigote. 

Libro del alumno

página cincuenta y cinco

Rellena la lista de vocabulario 3.1

"La ropa y los colores"

Libro del alumno 

página cincuenta y cinco

3.1 La ropa y los colores

(goud)

(zilver)

¿Qué llevas hoy?

Het werkwoord llevar betekent dragen. 

Het is een regelmatig werkwoord. 

Let op: vestido = mannelijk > negro

botas = vrouwelijk meervoud > negras

yo	llev o
tú	llev as
él/ella/usted	llev a
nosotros	llev amos
vosotros	llev áis
ellos/ellas/ustedes	llev an

Llevo un vestido negro y las botas negras.

voorbeeld

Hoe werkt leren?

Los deberes

Leren voor het SO (woensdag 16 juni het derde uur)

Tip hoe je het leren kan aanpakken:

• Leer vanuit je module, hierin staat alle grammatica uitgelegd. 
• Lees de uitleg of bekijk de filmpjes en luister naar de uitleg. 
• Het programma Verbuga Spaans kan je helpen met het overhoren van de werkwoorden.
• Quizlet is een programma waarbij je de woordenschat kan oefenen. (let op: je dient de woorden zelf in een lijst te plaatsen. De lijsten die al online staan zijn nog niet compleet!)
• Als je alles geleerd heb controleer je aan de hand van de leerdoelen of je alles beheerst. 

                                                   De leerdoelen vind je op de volgende pagina

     Schriftelijke overhoring 

          de leerdoelen 

miércoles, 16 de junio, cuarta hora