Bs.4 Zenuwstelsel - autonoom zenuwstelsel
1 / 26
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
een dendriet kan een neurotransmitter afgeven in de synaptische spleet
A
goed
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
in het zenuwweefsel komen meer gliacellen voor dan zenuwcellen
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
zie blz 27 van het boek: verhouding 9:1
Myeline ligt om een zenuw heen
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
myeline ligt om de uitloper van een zenuwcel heen
In de hersenstam wordt de activiteit van de speekselklieren geregeld
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
autonome zenuwstelsel: speekselklieren zijn inwendig en de afgifte wordt geregeld via de hersenstam
Als bij een dwarslaesie de onderbreking aan de rugzijde van het ruggenmerg is, dan voelt een persoon niets
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
bekijk BiNaS 88J : de kant van de spinaal ganglion is de rugzijde
Een spinaal ganglion bevat de cellichamen van motorische neuronen
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
grijze stof (cellichamen)kun je zowel in de hersenen als in het ruggenmerg vinden. Waar kun je deze grijze stof vinden?
A
hersenen: aan de binnenkant
ruggenmerg: aan de binnenkant
B
hersenen: aan de binnenkant
ruggenmerg: aan de buitenkant
C
hersenen: aan de buitenkant
ruggenmerg: aan de binnenkant
D
hersenen: aan de buitenkant
ruggenmerg: aan de buitenkant
Slide 15 - Quizvraag
zie afbeelding 30 op blz 31
reflexmatig handelen is onbewust handelen dus behoort tot het autonome zenuwstelsel
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Noem een voorbeeld van een enteroreceptor die een reactie teweeg brengt door het autonome zenuwstelsel
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
verhoging van de ademfrequentie is een voorbeeld van hoe het orthosympatische zenuwstelsel aanstuurt om vlucht mogelijk te maken. Noem nog 3 andere manieren.
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
de grensstreng hoort bij het parasympathische zenuwstelsel
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
de hersenstam is het controlecentrum van het autonome zenuwstelsel
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
je lichaam heeft twee grensstrengen
A
goed
B
fout
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
