Blok 4 - 11 Herhaling blok 4 1KGT

Nederlands

Klas 1 KGT - 4.11 Herhaling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Klas 1 KGT - 4.11 Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
Lesafspraken
Terugblik
Lesdoel
Nakijken huiswerk
Herhaling blok 4

Slide 3 - Tekstslide

Lesafspraken:
  • Respect voor elkaar en omgeving
  • Spullen en huiswerk op orde
  • Werkhouding
  • Volume in de klas
  • Steek je hand op
  • Tassen op de grond, jassen in kluisje
  • Geen eten/drinken/kauwgom

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
  • Grammatica
  • Spelling
  • Over Taal
  • Lezen

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
  • Opdracht 37 + 38

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling Theorie
Noteer eventueel de aantekeningen op het bord wanneer nodig.
Tussendoor maken we een aantal opdrachten om nog eens te oefenen.

Slide 7 - Tekstslide

Grammatica (168)
De pv vind je met de tijdproef - wwg: alle ww uit de zin.
Een zin kun je in stukjes verdelen: zinsdelen, deze kan uit één of meer woorden bestaan.
Een zinsdeel geeft informatie
wat gebeurt er? werkwoord/pv/wwg
wie? ond
andere zinsdelen: wat - waar - wanneer - hoe - waarheen

Slide 8 - Tekstslide

Grammatica (172)
Onderwerp: wie of wat doet iets in de zin.
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. Ze staan allebei in het enkel- of meervoud.
Gebruik de getalproef om te controleren wat het onderwerp is.

We maken de opdrachten van de oefentoets van Grammatica.



Slide 9 - Tekstslide

Spelling (175)
Persoonsvorm in verleden tijd
klankveranderende werkwoorden kun je vaak horen.
klankvaste werkwoorden: 't kofschip x
-zit de letter in 't kofschip x: je zet -te/-ten achter de ik-vorm.
-zit de letter niet in 't kofschip x: je zet -de/-den achter de ik-vorm
-bij meervoud gebruik je -den of -ten
-dit werkt hetzelfde bij het voltooid deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

Spelling (180)





Woorden met een g-klank moet je uit je hoofd leren.
We maken de spelling opdrachten van de oefentoets.


ree - reeën 
fee - feeën
boom - bomen
blok - blokken
menu - menu's 
pony - pony's
schip - schepen
la - lades
huis - huizen
staaf - staven
wiskunde - onweer
hersenen - jeans

Slide 11 - Tekstslide

Over taal(184)
Je moet de betekenis weten van de schooltaalwoorden en woorden uit teksten.
Je kunt het stappenplan moeilijke woorden (187) gebruiken.
Je weet hoe je in een woordenboek woorden met meerdere betekenissen kunt zoeken.
Je kent een aantal uitdrukkingen van figuurlijk taalgebruik.
We maken de opdrachten van de oefentoets.


Slide 12 - Tekstslide

Lezen(192)
  • Leesplan (93)
  • Tekstdoel - tekstsoort - tekstvorm
  • Tekstopbouw: inleiding - middenstuk - slot
  • Onderwerp - alinea's - deelonderwerp
  • Lezen: verkennend - zoekend - grondig

We maken de opdrachten van lezen bij de oefentoets

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Opdr. 37 (195) + 38 (196)
Deze maak je in je schrift.

Pluswerk: Opdr. 40 (196)
Dit is ook het huiswerk voor de volgende les.

Slide 14 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll