5.1 Fictie les 2 2KGT 2F

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

• Pak je leesboek en ga rustig lezen
• Etui op tafel
• Ipad en werkboek op de hoek van je tafel

5.1 Fictie

• Lezen
• Huiswerk bespreken blz. 94-96
• Beeldgedicht

5.1 Fictie

Vandaag

• wat een boekverfilming is
  
• wat een filmscript is

5.1 Fictie

In deze paragraaf leer je:

• Soms wordt van het verhaal van een boek een film gemaakt. Maar in een boekverfilming kan bijna nooit het hele boek worden naverteld. 
• Een filmmaker moet dan keuzes maken. Sommige delen uit het boek komen daardoor wel in de film en andere niet.
  Een filmmaker kan er ook iets bij verzinnen om de film spannender of interessanter te maken.

5.2 Gedicht

Leertekst: Boekverfilming blz. 97

• Een filmscript is dus belangrijk voor alle mensen die
   meewerken aan de film, zoals de cameramensen of de
   mensen die zorgen voor de decors en de kleding. 
• De regisseur is de belangrijkste persoon bij het maken van een film, want hij bepaalt hoe het script wordt uitgevoerd. Als het nodig is, past hij het filmscript aan 
  

5.2 Gedicht

Leertekst: Boekverfilming blz. 97

• Maken opdracht 6 blz. 97
• Werken / afronden beeldgedicht 

5.1 Fictie 2F

Zelfstandig werken

• Een gedicht kun je herkennen aan de vorm:
   korte regels in groepjes, met veel wit eromheen.
   Meestal zegt die vorm niets over het onderwerp
   van het gedicht.
• Bij een beeldgedicht laat de vorm juist wel het
  onderwerp zien.
  Een beeldgedicht is een combinatie van tekst en beeld.

5.2 Gedicht

Leertekst: Beeldgedicht blz. 106

• Maken opdracht 6 blz. 97
• Werken / afronden beeldgedicht 

5.1 Fictie 2F

Zelfstandig werken

• Lezen tekst 1 blz. 92 
• Maken opdracht 2 en 3

5.1 Fictie

Zelfstandig werken

• Lezen tekst 2 blz. 95 
• Maken opdracht 4

5.1 Fictie

Zelfstandig werken

• Bespreken opdracht 4
• Maak samen opdracht 5

5.1 Fictie

Zelfstandig werken

• Een filmmaker gebruikt voor het maken van een film een
   script. Het wordt geschreven door een scriptschrijver. 
• In het filmscript staan allerlei aanwijzingen.
   Bijvoorbeeld:
  • alle teksten die de acteurs moeten zeggen
  • waar een gebeurtenis zich afspeelt
  • wat er precies te zien is.

5.2 Gedicht

Leertekst: Boekverfilming blz. 97