Hoofdstuk 5 Werk voor de overheid alle paragrafen 3T

Overheid
1 / 50
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Overheid

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Voorzieningen van de overheid die helemaal of voor een groot deel worden betaald van belastinggeld.
A
Particuliere voorzieningen
B
Collectieve voorzieningen
C
Solidariteitsbeginsel

Slide 7 - Quizvraag

Wie zorgt er voor het leger
A
Het rijk
B
De provincie
C
De gemeente
D
De waterschappen

Slide 8 - Quizvraag

Wie zorgt er voor de snelwegen
A
Het rijk
B
De provincies
C
De gemeente
D
De waterschappen

Slide 9 - Quizvraag

Wie zorgt er voor de speeltuintjes bij jou in de buurt
A
Het rijk
B
De provincie
C
De gemeente
D
De waterschappen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wie is geen ambtenaar
A
De burgemeester
B
Je docent
C
De politie medeweker
D
De bank medewerker

Slide 17 - Quizvraag

Wie wil er winst maken
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
Beide

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is de overheid tegen kartelvorming?
A
Zodat de bedrijven goedkoop kunnen inkopen.
B
Zodat de consument een eerlijke prijs betaald
C
Dan werken bedrijven niet meer samen.
D
Om het milieu extra te beschermen

Slide 19 - Quizvraag

Een bedrijf wordt onderdeel van de overheid, hier is sprake van
A
privatisering
B
nationalisatie

Slide 20 - Quizvraag

Waarom zou de overheid aan privatisering doen?
A
Private bedrijven kunnen het goedkoper
B
Private bedrijven hebben een winstoogmerk.
C
Het kost de overheid teveel geld en tijd.
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Op benzine zit subsidie
A
Eens
B
Oneens

Slide 31 - Quizvraag

Een begrotingsoverschot is makkelijker dan een begrotingstekort
A
Eens
B
Oneens

Slide 32 - Quizvraag

Heffingen en accijnzen maken producten goedkoper
A
Eens
B
Oneens

Slide 33 - Quizvraag

Op welke producten zitten heffingen/accijnzen?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Volksverzekeringen gelden voor
A
Alle mensen in Nederland
B
Alleen de Nederlandse mensen die werken
C
Alle mensen boven de 18 jaar
D
Alle mensen tussen de 18 en 65 jaar

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video

Slide 48 - Tekstslide

De niet-actieven betalen premies en belasting voor de actieven
A
Eens
B
Oneens
C
Dat kun je zo niet zeggen

Slide 49 - Quizvraag

De sociale zekerheid blijft betaalbaar als
A
Het aantal actieven toeneemt
B
Het aantal niet actieven toeneemt

Slide 50 - Quizvraag