V3: §3.4 d1 Atoommassa en molecuulmassa

3.4 Atoommassa en molecuulmassa
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.4 Atoommassa en molecuulmassa

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga ik vandaag uitleggen?
  • herhalen moleculaire stoffen 
  • bespreken opgaven
  • atoommassa 
  • molecuulmassa

Slide 2 - Tekstslide

Moleculaire stoffen

  • Tussen de moleculen: van der waalsbinding
  • Tussen de atomen: covalente binding/ atoombinding

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 20
       Teken de volgende structuurformules
       a. HCN
       b. CO2
       c. C2H2

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 24

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:​
  • uit te leggen wat de atomaire massa-eenheid weergeeft;
  • te berekenen wat de atoommassa in u is;​
  • de molecuulmassa te berekenen;​
  • te beschrijven wat de chemische hoeveelheid (de mol)  ​ voorstelt;​
  • hoe je om kunt rekenen van aantal mol naar aantal ​deeltjes en omgekeerd;​
  • hoe je om kunt rekenen van aantal mol naar aantal gram ​en omgekeerd. aantal mol naar aantal gram en omgekeerd.

Slide 6 - Tekstslide

§3.4 Atoommassa en molecuulmassa
Stoffen hebben massa
Stoffen bestaan uit moleculen, dus moleculen hebben massa
Moleculen bestaan uit atomen, dus atomen hebben massa

De massa van een stof is makkelijk te meten neem maar een weegschaal of een balans. 
Maar wat is de massa van een atoom?

Slide 7 - Tekstslide

Relatieve atoommassa

Slide 8 - Tekstslide

atoommassa
De massa van een waterstofatoom is 1,008 u
de massa van een zuurstofatoom is 16,00 u
de massa van een water molecuul is 18,016 u

1 u = 1,67x10-27 kg. of 1,67 x 10 -24 g



Slide 9 - Tekstslide

atoommassa
De massa van een waterstofatoom is 1,68x10-27 kg
de massa van een zuurstofatoom is 26,56 x10-27 kg
de massa van een water molecuul is 29,90 x 10 -27 kg


Slide 10 - Tekstslide

Atoommassa's en molecuulmassa's 
Atoommassa van ieder atoom aflezen 
  • Periodiek systeem op blz. 272

Molecuulmassa berekenen
  • Atoommassa's van alle atomen in 1 molecuul bij elkaar optellen


Slide 11 - Tekstslide

Wat is de atoommassa van Fosfor
A
19,0u
B
9,0u
C
31,0u
D
15,0u

Slide 12 - Quizvraag

Bereken de molecuulmassa van ethanol (C2H4O)
A
44,05 u
B
29,01 u
C
78,03 u
D
88,10 u

Slide 13 - Quizvraag

Begrippen van hoeveelheid

  • Dozijn 
  • Gros 
  • Duo

Een dozijn eiereren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een vaste hoeveelheid.

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen van hoeveelheid

  • De mol is ook zo'n vaste hoeveelheid.
  • De mol is dus een chemische hoeveelheid.
  • 1 mol = 6,02*1023 (moleculen)
  • = Constante van Avogadro (NA)

Dus 1 mol water bestaat uit evenveel moleculen als 1 mol goud!



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Rekenen met de mol
Aantal mol (n) x NA = aantal deeltjes (N)
Aantal deeltjes (N) : NA = aantal mol (n)


   n = aantal mol
   NA = getal van Avogadro
   N = aantal deeltjes

Slide 17 - Tekstslide

Molaire massa
  • De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10-27 kg)
  • De molaire massa (M) druk je uit in gram per mol (g mol-1)

  • Molecuulmassa en molaire massa zijn gelijk, maar met een andere eenheid. (Dankzij Avogadro)
  • Molecuulmassa H2O = 18,016 u
  • Molaire massa H2O = 18,016 g mol-1


Slide 18 - Tekstslide

Rekenen met de mol 

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel moleculen zijn aanwezig in 2,00 mol zwaveldioxide?
A
2,0*10^24
B
1,20*10^24
C
3,32*10^-24
D
3,3*10^-24

Slide 20 - Quizvraag

Bereken de molaire massa op van Ba(OH)2
A
153,33 g/mol
B
197,34 g/mol
C
74,093 g/mol
D
171,34 g/mol

Slide 21 - Quizvraag

Begrippen
  • Gemiddelde atoommassa
  • Molecuulmassa
  • Hoeveelheid stof n
  • Chemische hoeveelheid
  • Mol
  • Constante van Avogadro
  • Molaire massa M

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
  • Bestudeer §3.4
  • Maak de opgaven  t/m 35

Slide 23 - Tekstslide