foutenanalyse brief 1

Veel voorkomende fouten:
1) Denk aan de datum.
Dit kost je 2 fouten!
DUS: Maarssen, den 14. Februar 2018 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Veel voorkomende fouten:
1) Denk aan de datum.
Dit kost je 2 fouten!
DUS: Maarssen, den 14. Februar 2018 

Slide 1 - Tekstslide

Denk aan het volgende!
1) ieder zelfstandig naamwoord heeft een lidwoord in Du.  
vb: ik ga naar school- ich besuche die Schule
2)Het woord =geil= is spreektaal. Gebruik in je brief de zin
- es ist toll/ es macht Spass
3) de brief/  dagen /maanden/ jaargetijden = der  






Slide 2 - Tekstslide

Vervolg:
4)mogen(NLD) = dürfen (DU)
vb: Mag je mee? Darfst du mit?
5) zelfs = sogar maar zelf= selber , selbst
6)Het werkwoord =gaan= wordt in de Duitse zin vertaald met =werden=
vb: ik ga door Europa reizen= ich werde durch Europa reisen

Slide 3 - Tekstslide

Een goed begin van de brief:
1) wie geht es dir?
2) Mir geht es gut.
                           3) Vielen Dank für deinen Brief.

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen: dass of das
De regel: dass=dat
                          das= dat , het
1) Ich hoffe ..... du nächstes Mal kommst.
2) Ich denke ...... ich ...... bei  meinem gesparten Geld lege.
3) Ich habe ..... noch nie erlebt!

Slide 5 - Tekstslide

Regel: Hoe vertaal je =naar=  
=zu=wordt het meest gebruikt. 
=nach= gebruik je na een plaats -of landnaam.
=in= bij landnamen met een lidwoord
(die Niederlande, die U.S.A, die Schweiz, die Türkei)
(*) verder bestaan er vaste uitdrukkingen

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met =naar=
1) Ich fahre im Sommer ............U.S.A.
2) Gehst du mit.......Amsterdam.
3) Ich komme bald.......dir!
4) Gehen wir ......die Disko oder .......meinen Freunden?
5) Ich möchte gern mal alleine ........Frankreich.

Slide 7 - Tekstslide

Zinsopbouw
De zinsopbouw is in het Duits bijna hetzelfde als in het Nederlands.
Behalve als er twee werkwoorden aan het eind van de zin staan.
Dan draai je die twee werkwoorden om. 
De persoonsvorm staat aan het eind van de zin.

Slide 8 - Tekstslide

Oefenzinnen zinsopbouw:
1) Ik hoop ,dat je mee mag....................................................
2) Jammer ,dat je niet kan komen!......................................
3) Ik ben blij met het cadeau dat ik heb gekregen..........
4) Ik leg het bij het geld dat ik heb gespaard...................

Slide 9 - Tekstslide

Congruentiefout:
Onder congruentiefout verstaan we de ongelijkheid tussen onderwerp en persoonsvorm.
Dit is een van de meest voorkomende fouten in jullie brief

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met congruentiefout:
1) ..weil ich eine neue Stereo- Anlage bekommen.....
2)Ich hoffe dass du das nächste Mal kommen...........
3) Schön dass meine Freunde ein Bier trinken ..........
4) Danke , dass du mir einen Brief geschickt..............

Slide 11 - Tekstslide

De meest voorkomende fout....
De meeste punten laten jullie liggen bij de naamvallen. Dus hier nog een keer het stappenplan!
1) Is het zelfstandig naamwoord mnl/vr/onz/mv?
2) Staat er een voorzetsel? Zo niet moeten we ontleden.
3) Hoort het in te vullen woord bij de der- of de ein-groep?

Slide 12 - Tekstslide

Oefenzinnen:
1) Ich möchte von mein...gespart....Geld ein....Reise machen.
2) Ich habe ein...gut...Konzert von....dies....Sänger gesehen.
3) Mit mein.....best...Freund möchte ich bei (jou)....zu Besuch kommen.







Slide 13 - Tekstslide