In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke link heeft het bloedvatenstelsel met het verteringsstelsel?
Slide 2 - Woordweb
Opdracht
Je krijgt van je docent een aandoening met bijbehorende vragen.
Je werkt de vragen zelfstandig uit, met behulp van informatie op het internet.
Je maakt een poster over de aandoening, zet de belangrijke informatie kort en bondig op de poster. Vergeet niet wat begeleidende plaatjes erbij te tekenen.
timer
20:00
Slide 3 - Tekstslide
Aandoeningen
- Trombocytose
(trombo-embolysche aandoeningen vs. bloederziekte (hemofilie))
- Bloedarmoede
Sikkelcelziekte
Leukemie
Slide 4 - Tekstslide
Indeling in groepjes
Je docent geeft aan in welk groepje je zit. Zet de tafels in groepjes.
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Rode bloedcellen vervoeren een stof. Welke stof?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Glucose
D
Afvalstof
Slide 6 - Quizvraag
In de afbeelding zie je een...
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje
D
Hemoglobine
Slide 7 - Quizvraag
Welke bloeddeeltjes spelen een rol bij de stolling van het bloed?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Hemoglobine
Slide 8 - Quizvraag
Bij een uierontsteking is een uierhelft opgezwollen en roodachtig, doordat er veel bloed naartoe stroomt.
Welke bloeddeeltjes spelen een belangrijke rol bij de bestrijding van een uierontsteking?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Hemoglobine
Slide 9 - Quizvraag
In de afbeelding is een microscopisch beeld van bloed te zien. Met welke letter wordt een bloedplaatje aangegeven?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heten de bloeddeeltjes die een rol spelen bij trombocytose?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
Slide 11 - Quizvraag
Welke aandoening herken je in de afbeelding?
A
Trombocytose
B
Leukemie
C
Bloedarmoede
D
Sikkelcelanemie
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor gevolg heeft Sikkelcelanemie?
A
Een bloedvat kan verstopt raken
B
Het bloed kan gaan stollen
C
Je kunt eerder ziek worden, omdat infecties minder goed bestreden worden
D
Bloedarmoede
Slide 13 - Quizvraag
Welke stof kan een belangrijke rol spelen bij bloedarmoede?
A
Rode bloedcel
B
Hemoglobine
C
Witte bloedcel
D
Koolstofdioxide
Slide 14 - Quizvraag
Als door een vernauwing in een slagader een deel van de hartspier te weinig bloed krijgt aangevoerd, kan een hartinfarct het gevolg zijn. Bij welke aandoening loop je meer kans op een hartinfarct?
A
Bloedarmoede
B
Leukemie
C
Trombose
Slide 15 - Quizvraag
Welke bloeddeeltjes werken (met name) niet goed bij leukemie?