Objectief of subjectief?

Objectief of subjectief?
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 8 min

Onderdelen in deze les

Objectief of subjectief?
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk

Slide 1 - Tekstslide

Objectief

- op feiten gebaseerd (het is echt zo)
- iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of
   vooroordeel
- je kunt het zien

Slide 2 - Tekstslide

Dit is een rode trui = objectief

Slide 3 - Tekstslide

Subjectief

- is gebaseerd op een mening
- iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
- vaak bijvoeglijke naamwoorden: dat is een MOOIE trui

Slide 4 - Tekstslide

Deze trui zit lekker = subjectief

Slide 5 - Tekstslide

Bij bepaalde beroepen is objectiviteit extra belangrijk. Zo moeten scheidsrechters en rechters objectief zijn.
Ook in de zorg is het belangrijk dat je objectief kunt observeren.
Wanneer een patiënt een rode kleur heeft dan is dat objectief.
Wanneer je zegt: "de patiënt heeft koorts omdat hij een rode kleur heeft" dan is dat subjectief (je hebt de temperatuur niet opgemeten)

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met zinnen
In de volgende dia's gaan we oefenen met zinnen.

Jij moet aangeven of een zin objectief of subjectief is.

Slide 7 - Tekstslide

Het is vandaag een mooie dag.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quizvraag

Vandaag is het woensdag.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Op woensdag start groep 6 met een kringgesprek.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quizvraag

Gisteren was Dewi een beetje te laat, omdat zij zich verslapen had.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

De derde klassen Z&W hebben voor Mens en Activiteit een vlindermasker geknutseld.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Op onze school is er ochtendpauze van 10:45-11:00 uur.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Welke zin is subjectief?
a. Onze klas had gisteren pauzedienst.
b. Wij hebben de kantine vlot schoongemaakt.
A
A
B
B

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is subjectief?
a. Iedereen uit de klas heeft vol goede moed geholpen met de pauzedienst.
b. Mevr. Olde Rikkert begon met het schoonmaken van de tafels.
A
A
B
B

Slide 15 - Quizvraag

In de fruitspiesjes van Ella zitten oranje tomaten.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 16 - Quizvraag

Nadat wij aankwamen, kregen wij een lekker gebakje met een kop koffie of thee.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 17 - Quizvraag

Vervolgens begonnen wij in groepjes van 4 personen aan de wandeling in de Keukenhof
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 18 - Quizvraag

Het is niet te beschrijven, alles is zo perfect op elkaar afgestemd qua kleur en vorm!
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quizvraag

Bijzonder waren de kleurenarrangementen in de serre! In ons groepje waren Joep en Janneke, zij wilden eerst niet mee maar al gauw kwamen zij er achter hoe mooi de Keukenhof is.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 20 - Quizvraag

Het was erg gezellig om in groepjes van 4 personen met elkaar op te trekken
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quizvraag

Halverwege de wandeling lunchten wij in het paviljoen
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quizvraag

Dit was een heerlijke onderbreking,
warme broodjes en soep.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quizvraag

Aan het einde van de wandeling hebben wij in het restaurant een glas fris gedronken en Iris en Bart namen een ijsje
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quizvraag

Nadat wij met z'n allen op de foto zijn gegaan gingen wij naar huis.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 25 - Quizvraag

O, wat ging deze dag toch snel voorbij
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 26 - Quizvraag

Om acht uur waren wij terug bij dagopvang de Riederborgh.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 27 - Quizvraag

Moe maar voldaan gingen wij terug naar ons woonverblijf!
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 28 - Quizvraag

Wij zijn blij met deze fijne en zeer verzorgde dag!
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 29 - Quizvraag

De fruitspiesjes van Ella met de oranje tomaten smaakten erg lekker.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 30 - Quizvraag

De fruitspiesjes van Ella met de oranje tomaten waren met zorg door haar moeder gemaakt.
A
Objectief
B
Subjectief.

Slide 31 - Quizvraag

Om ongeveer 10:00 uur beginnen wij te oefenen met een rollenspel 'Zorg op maat".
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 32 - Quizvraag

Het was een heerlijke dag! Wat hebben wij genoten van de busrit naar de Keukenhof!
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 33 - Quizvraag

Onderweg zagen wij verschillende bloembollenvelden in allerlei kleuren, rood roze paars en wit!
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 34 - Quizvraag

Bij de volgende dia's schrijf je op welke woorden subjectief zijn.

Slide 35 - Tekstslide

Objectief of subjectief?
Als peuters wat ouder worden, gaan ze naar de basisschool.

Slide 36 - Open vraag

Gisteren om ongeveer 17:00 uur liepen er meerdere schapen op de straat.

Slide 37 - Open vraag

Het is het mooiste huis van de straat

Slide 38 - Open vraag

Hassan at vanmorgen weinig pap

Slide 39 - Open vraag

Liza gooide de puzzel boos op de grond

Slide 40 - Open vraag