H6 paragraaf 3 deel 2

6.3 klimaat en bescherming van de kust
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

6.3 klimaat en bescherming van de kust

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Lesdoelen bespreken
Herhalen stof vorige les
BBnr 123 lezen 
Zelf aan de slag
Lesdoelencheck

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
- Je kunt beschrijven hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging.
- Je weet waardoor de bodem in Nederland daalt.
- Je weet hoe de kust wordt versterkt (klimaataanpassing).
- Je weet wat een polder is 

Slide 3 - Tekstslide

Ook zonder zeespiegelstijging was het nodig om onze duinen en dijken te verbeteren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Hoe komt het dat de bodem daalt? Er zijn 3 redenen...

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je onze kustlijn sterker?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de relatieve zeespiegelstijging
A
C = 4,5 meter
B
C = 2,3 meter
C
C = 2,2 meter
D
C = 6,8 meter

Slide 11 - Quizvraag

Je kunt beschrijven hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging.

Natuurlijk: duinen
Door de mens: dijken, dammen en stormvloedkeringen
Primaire keringen: deze liggen direct aan de grote rivieren, meren of zee

Slide 12 - Tekstslide

De zee bouwt op
  • De Nederlandse kust is een aanslibbingskust. Er ontstaan strandwallen. 
  • Als deze droog staan neemt de wind dit zand mee. 
  • Hierdoor ontstaan kustduinen. 

Slide 13 - Tekstslide

Aan de kust
Duinen
Op het stand waait het regelmatig flink. Het zand wordt meegenomen door de wind. Wanneer het zand, achter een stukje hout, gras of aangespoelde rommel, blijft hangen ontstaat daar langzaam aan een duin.
Strand
De zee spoelt het strand op. In het zeewater zit zand. 
Elke keer, wanneer het zeewater het strand op spoelt, laat zee de weer een laagje zand achter --> aanslibben.
Zandbanken
De stroming van de zee neemt af waardoor zand sedimenteerd, hierdoor onstaan zandbanken.
aanslibbingskust
Een aanslibbingskust, is een kust die elke keer, wanneer de zee zand neerlegt (sedimentatie), een stukje groter wordt. Nederland heeft een aanslibbingskust, dit kun je zien aan de brede stranden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De zee breekt af
  • De kusten van Frankrijk en Groot-Brittannië breken juist af. 
  • Dit is een afbraak- of klifkust. 
  • Het bestaat uit zacht gesteente. 
  • Het harde gesteente blijft staan, waardoor de kust uit gaat steken op bepaalde plekken. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Vwo: Nederland heeft veel polders, maar wat is een polder eigenlijk?

Slide 18 - Open vraag

Polders
- Land dat door dijken is omringd en waar de mens de waterstand kunstmatig regelt met gemalen (pompen) , is een polder. 
- maar hoe deden ze dit vroeger?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!

Thuis: 
Lees paragraaf 6.3 
Maak: 6 en 7

Klaar? 
Kijk de video na deze slide
Aan de slag!

Atlasvraag:
BBnrs B17 en B19 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Hi Hv2
Nog even en dan zitten we weer met z'n allen in de klas! 
Leuk maar ook spannend

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
- Je kunt beschrijven hoe Nederland zich beschermt tegen de zeespiegelstijging.
- Je weet waardoor de bodem in Nederland daalt.
- Je weet hoe de kust wordt versterkt (klimaataanpassing).
- Je weet wat een polder is 

Slide 24 - Tekstslide


Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 25 - Quizvraag

In Nederland wordt zandsuppletie toegepast. Waarom?
A
Om daar waar de bodem in Nederland daalt, de bodem op te hogen.
B
Om dijken langs de rivieren te versterken.
C
Om de stukken land tussen de winterdijken en de rivieren op te hogen.
D
Om stranden en duinen langs de kust te versterken.

Slide 26 - Quizvraag

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De absolute zeespiegelstijging én de bodemdaling
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 27 - Quizvraag

In Nederland is de relatieve zeespiegelstijging groter dan de absolute zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Koude tijd: lage zeespiegel
Warme tijd: hoge zeespiegel

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

B118

Slide 31 - Tekstslide

Maken 6.3: 4, 6 en 7 
Je kunt ook gaan samenvatten! 

Tip: probeer eens de post-it samenvatting

Slide 32 - Tekstslide

Hoe ziet jouw samenvatting eruit?
(of je scherm vol gemaakte opdrachten?)

Slide 33 - Open vraag