Lesaanbod_Ordeningsmodellen

Module ondersteuningsplan
Les 2 Ordeningsmodellen en methodisch gegevens verzamelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Module ondersteuningsplan
Les 2 Ordeningsmodellen en methodisch gegevens verzamelen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
• Je begrijpt wat een ordeningsmodel betekent
• Je kan toelichten waarom een bepaald ordeningsmodel aansluit bij jouw doelgroep
• Je analyseert nauwkeurig de verzamelde informatie over de cliënt en verwerkt deze in de beginsituatie

Slide 2 - Tekstslide

Bevorderen van methodisch en professioneel handelen
Eén van de functies van het ondersteuningsplan is het bevorderen van methodisch en professioneel handelen.

In deze les zoomen we in op die eerste stap van het methodisch handelen: Informatie verzamelen over de beginsituatie.

Slide 3 - Tekstslide

Informatie verzamelen
Om de begeleiding zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij een cliënt, wil je zo veel mogelijk informatie verzamelen over de beginsituatie. 

Zo krijg je een goed beeld van de situatie. 

Slide 4 - Tekstslide

Informatiebronnen??

Slide 5 - Woordweb

Analyseren van de informatie
Om een zo'n compleet mogelijk beeld te krijgen van de cliënt maak je gebruik van verschillende informatiebronnen.


Slide 6 - Tekstslide

Stelling: ‘Als je goed luistert en gegevens ordent, dan weet je alles over een cliënt.’
Maak in duo's een mindmap. Benoem hierin de voor en tegenargumenten voor deze stelling
Maak in duo's een mindmap. Benoem hierin de voor en tegenargumenten voor deze stelling. 
Stelling: ‘Als je goed luistert en gegevens ordent, dan weet je alles over een cliënt.’

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht BOOM
Methodisch begeleiden - 02 Gegevens verzamelen
Opdracht 3. Soorten cliëntgegevens
Opdracht 4. Methodisch werken

Slide 8 - Tekstslide

Ordeningsmodellen
Voor een ondersteuningsplan is er in de zorg geen vast format.
Vaak kiest een organisatie wel voor een bepaald model om het ondersteuningsplan vorm te geven.
Zo'n model helpt namelijk om de beginsituatie in kaart te brengen. Het zorgt voor een volledig beeld van de cliënt.

We noemen dit ook wel een ordeningsmodel.

Slide 9 - Tekstslide

Maakt jouw BPV gebruik van een bepaald ordeningsmodel?

Slide 10 - Open vraag

Verschillende ordeningsmodellen
Er zijn veel verschillende modellen. Allemaal dus met hetzelfde doel: De beginsituatie in kaart brengen.
Tijdens deze les behandelen we drie modellen.
  1. Model van de leefgebieden
  2. Model van de ontwikkelingsgebieden
  3. Model van de positieve gezondheid

Slide 11 - Tekstslide

Model van de leefgebieden
 

Je kan de beginsituatie van de cliënt in kaart brengen door goed te onderzoeken hoe de cliënt functioneert op een zevental leefgebieden.
1. Zingeving
2. Wonen
3. Financiën
4. Sociale relaties
5. Lichamelijke gezondheid
6. Psychische gezondheid
7. Werk en activiteiten

Slide 12 - Tekstslide

DUO-opdracht
Wat is per leefgebied nu zinvol om te onderzoeken?
Schrijf de 7 leefgebieden op en geef bij ieder gebied voorbeelden van wat je in kaart zou kunnen brengen.

Bijvoorbeeld: 
Leefgebied wonen: Woont de cliënt zelfstandig? Begeleid? In een instelling? Is de cliënt in staat zijn eigen woning te onderhouden? Welke vaardigheden heeft de cliënt om huishoudelijke taken te verrichten. Etc.

Slide 13 - Tekstslide

Terugkoppeling

Slide 14 - Tekstslide

Model van de ontwikkelingsgebieden

Slide 15 - Tekstslide

Ontwikkelingsgebieden??

Slide 16 - Woordweb

Verschillende ontwikkelingen van elkaar onderscheiden.

De cognitieve ontwikkeling staat voor alle veranderingen binnen onze intellectuele vermogens, zoals ons denken, begrijpen, leren en geheugen.
De persoonlijkheidsontwikkeling is de ontwikkeling van het eigen individu.
De sociale ontwikkeling staat voor alle veranderingen in sociale relaties, zoals sociale vaardigheden leren en het aangaan en onderhouden van sociale interacties en relaties.
De emotionele ontwikkeling betreft alle veranderingen in het gevoelsleven, zoals het begrijpen van de eigen en andermans emoties en hiermee om leren gaan.
De fysieke ontwikkeling staat voor alle lichamelijke en motorische veranderingen en de seksuele ontwikkeling.

Slide 17 - Tekstslide

" Yessin (cliënt) maakt weinig contact met zijn groepsgenoten. Wel zoekt hij regelmatig contact met de begeleiding."

Bij welke ontwikkelingsgebied zou dit zijn beschreven?
A
Emotionele ontwikkeling
B
Persoonlijkheidsontwikkeling
C
Sociale ontwikkeling
D
Fysieke ontwikkeling

Slide 18 - Quizvraag

"Het is belangrijk dat Sandra (cliënt) korte opdrachten krijgt. Anders raakt zij snel overvraagd".

Bij welk ontwikkelingsgebied zou dit zijn beschreven?
A
Fysieke ontwikkeling
B
Emotionele ontwikkeling
C
Persoonlijkheids-ontwikkeling
D
Cognitieve ontwikkeling

Slide 19 - Quizvraag

Model van de positieve gezondheid

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Opbouw ondersteuningsplan
Zoals je ziet heeft ieder model dus hetzelfde doel;
De mens in zijn totaliteit in kaart brengen.

Het ondersteuningsplan begint altijd met de NAW gegevens van de cliënt, de levensloop en een korte algemene beschrijving van de cliënt. 
Daarna beschrijf je de beginsituatie aan de hand van een model

Slide 22 - Tekstslide

Welk model zou jij willen gebruiken om de beginsituatie van de cliënt in kaart willen brengen? Leg kort uit waarom.

Slide 23 - Open vraag

Verantwoording keuze
Ieder model kun je gebruiken. Wel sluit het ene model iets beter aan bij een bepaalde doelgroep.
  • Zo zien we dat het model van de leefgebieden vaak wordt toegepast in de GGZ / Verslavingszorg / Bijzondere doelgroepen
  • Het model van de ontwikkelingsgebieden past vaak goed bij de gehandicaptenzorg
  • Het model van de positieve gezondheid wordt bij iedere doelgroep wel gebruikt. In de ouderenzorg is dit ook een geliefd model.

Slide 24 - Tekstslide

Individuele opdracht
Bekijk de verschillende voorbeelden van beschreven beginsituaties.
Bedenk welke cliënt in jouw eindopdracht (van de module) centraal staat.
Bepaal welk model jij gaat hanteren om de beginsituatie in kaart te brengen.
Schrijf dit op een post-it en hangt dit op het bord. Dat is gelijk je ticket om uit te checken voor deze les :) 

Slide 25 - Tekstslide