8.4 Hoe is de welvaart verdeeld?

H8 Over de Grens
Paragraaf 8.4 Hoe is de welvaart verdeeld?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8 Over de Grens
Paragraaf 8.4 Hoe is de welvaart verdeeld?

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat probeert de EU te bereiken met harmonisatie?
A
Verandering van milieu-eisen
B
Verhoogde accijns- en btw-tarieven
C
Gelijke consumentenrechten voor alle EU-burgers
D
Verminderde veiligheidseisen aan producten

Slide 3 - Quizvraag

Welke van de volgende zaken is toegestaan ​​binnen de interne markt van de EU?
A
Wonen, werken en studeren in elk EU-land
B
Verblijfsvergunning vereist voor EU-burgers
C
Strikte beperkingen op reizen binnen de EU
D
Onderwijs- en werkbeperkingen voor inwoners van de EU

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de koers van de euro daalt ten opzichte van de Amerikaanse dollar?
A
Er is geen invloed op de prijs van onze producten.
B
Amerikaanse producten worden goedkoper voor ons.
C
Onze producten worden duurder voor de VS.
D
Onze producten worden goedkoper voor de VS.

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent EMU in het Nederlands?
A
Europese Markteconomie Unie
B
Europees Monetair Uniestelsel
C
Europese Monetaire Unie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een van de kerntaken van de ECB?
A
Bepalen van het rentepeil
B
Ontwikkelen van infrastructuurprojecten
C
Reguleren van handelsbetrekkingen
D
Beheren van belastinginkomsten

Slide 7 - Quizvraag

Begrippen paragraaf 8.3
  • Europese Centrale Bank
  • Europese Monetaire Unie (EMU)
  • Interne markt

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 8.4
  • Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen en zo de welvaart van landen met elkaar vergelijken.
  • Je kunt uitleggen waarmee je nog meer rekening moet houden als je de welvaart van landen met elkaar vergelijkt.
  • Je kunt oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden noemen.
  • Je kunt problemen van ontwikkelingslanden in een vicieuze cirkel zetten.
  • Je kent het verschil tussen noodhulp en structurele hulp.

Slide 9 - Tekstslide

Welvaart vergelijken
  • In een land is er welvaart als de inwoners in veel van hun behoeften kunnen voorzien. 
  • Je kunt de welvaart tussen landen eenvoudig vergelijken door te kijken naar het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn enkele indicatoren van welvaart naast inkomen per hoofd van de bevolking?
A
Levensverwachting, opleidingsniveau, en toegang tot gezondheidszorg.
B
Aantal fastfoodrestaurants, aantal televisiezenders, en aantal kledingwinkels.
C
Aantal mobiele telefoons per inwoner, aantal sportclubs, en aantal vakantiedagen per jaar.
D
Aantal auto's per gezin, aantal bioscopen, en aantal pretparken.

Slide 12 - Quizvraag

Welvaart bekijken
Het inkomen per hoofd van de bevolking zegt niet alles over de welvaart van een land. Je moet ook rekening houden met:
  • Hoe is de welvaart verdeeld? Is er sprake van een gelijke of ongelijke inkomensverdeling?
  • Hoe hoog zijn de prijzen in een land? Wat is de koopkracht?
  • Hoe groot is de informele productie, dus hoeveel zwart werk en zelfvoorziening is er?
  • Zijn er voldoende en kwalitatief goede collectieve voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg?

Slide 13 - Tekstslide

Wat beïnvloedt de koopkracht van een land?
A
De geografische ligging
B
Hoe hoog de prijzen zijn
C
De levensverwachting
D
De bevolkingsdichtheid

Slide 14 - Quizvraag

Problemen van ontwikkelingslanden
De economische achterstand bij ontwikkelingslanden heeft vaak meerdere oorzaken. Een aantal oorzaken zijn:
  • Gebrek aan scholing
  • Slechte infrastructuur
  • Protectiemaatregelen van rijke landen
  • Hoge schulden

Slide 15 - Tekstslide

Vicieuze cirkel
  • Veel ontwikkelingslanden zitten in een vicieuze cirkel.
  • Doordat de oorzaak van het ene probleem weer een gevolg is van een ander probleem, blijft een arm land arm.
  • Voor veel landen is het lastig om zelfstandig uit een vicieuze cirkel te komen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een vicieuze cirkel?
A
Een situatie waarin problemen elkaar versterken.
B
Een situatie waarin problemen geen invloed op elkaar hebben.
C
Een situatie waarin problemen elkaar oplossen.
D
Een situatie waarin problemen vanzelf verdwijnen.

Slide 17 - Quizvraag

Noodhulp
  • Bij een natuurramp wordt een ontwikkelingsland extra hard getroffen.
  • Ze hebben vaak al een tekort aan voedsel, drinkwater en medicijnen.
  • Hierdoor komen soms miljoenen mensen in een levensbedreigende situatie terecht.
  • Noodhulp is voor hen dan onmisbaar.
  • Noodhulporganisaties regelen dan hulp ter plaatse.
  • Dit is een flinke uitdaging gezien de infrastructuur en de verschillende conflicten die spelen.

Slide 18 - Tekstslide

Wat kan noodhulporganisaties regelen bij een natuurramp in ontwikkelingslanden?
A
Verwijdering van de getroffen bevolking naar andere landen
B
Hulp ter plaatse.
C
Oprichting van nieuwe infrastructuur in de getroffen gebieden
D
Financiële compensatie voor de getroffenen

Slide 19 - Quizvraag

Ontwikkelingssamenwerking
  • Bij ontwikkelingssamenwerking proberen rijke landen samen met ontwikkelingslanden de welvaart daar blijvend te vergroten.
  • Structurele hulp is erop gericht dat ontwikkelingslanden meer economisch zelfstandig worden.
  • Zitten hier voorwaarden aan, dan spreken we van gebonden hulp.
  • Zitten er geen voorwaarden aan dan hebben we het over ongebonden hulp.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het doel van structurele hulp in ontwikkelingssamenwerking?
A
Ontwikkelingslanden meer economisch zelfstandig maken.
B
Het verstrekken van tijdelijke financiële steun.
C
Het stimuleren van culturele uitwisseling tussen landen.
D
Het bevorderen van politieke stabiliteit in ontwikkelingslanden.

Slide 21 - Quizvraag

Fairtade
  • Als consument kun je bijdragen aan een beter leven voor mensen in ontwikkelingslanden.
  • Je kunt kiezen voor producten waar de boer een eerlijke prijs voor krijgt.
  • Fairtrade is een organisatie die boeren in ontwikkelingslanden een gegarandeerde prijs voor hun producten biedt.
  • De prijs is kostendekkend en daarboven komt een fairtradepremie.
  • Een voorwaarde van Fairtraide is dat kleine boerenbedrijven zich organiseren in coöperatie waarin boeren samenwerken.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is Fairtrade?
A
Een organisatie die producten naar ontwikkelingslanden exporteert.
B
Een organisatie die geen garantie biedt op eerlijke prijzen.
C
Een organisatie die boeren een eerlijke prijs biedt.
D
Een organisatie die alleen grote boerenbedrijven ondersteunt.

Slide 23 - Quizvraag

Je kunt nu
  • Je kunt het inkomen per hoofd van de bevolking berekenen en zo de welvaart van landen met elkaar vergelijken.
  • Je kunt uitleggen waarmee je nog meer rekening moet houden als je de welvaart van landen met elkaar vergelijkt.
  • Je kunt oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden noemen.
  • Je kunt problemen van ontwikkelingslanden in een vicieuze cirkel zetten.
  • Je kent het verschil tussen noodhulp en structurele hulp.

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 8.4
  • Fairtrade
  • Inkomen per hoofd van de bevolking
  • Noodhulp
  • Structurele hulp
  • Vicieuze cirkel

Slide 25 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 8.4: 2, 3, 4, 6, 7, 8, 10 en 11
Maken Rekenopdrachten: 14, 16 en 17
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 8.4
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 8.4
 

timer
25:00

Slide 26 - Tekstslide