§1.1 Landschappen in soorten en maten uitgebreid

§1.1 Landschappen in soorten en maten
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.1 Landschappen in soorten en maten

Slide 1 - Tekstslide

Planning: vr 8-9-'23
1 Controle spullen+ aanwezigen+ plattegrond
2 Nakijken enkele hw opdrachten
3 Theorie uitleg+ aantekening
4 Maakwerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kent de verschillen tussen een natuur- en ingerichtlandschap en tussen een jong en een oud gebergte.
Je begrijpt hoe bergen en laagvlakten ontstaan.
Je kunt op een kaart bepalen of een gebied een gebergte of laagvlakte is.

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord
Landschap
?
Voorkennis

Slide 4 - Woordweb

Een reis door Nederland
Deze tocht is ruim 300 km. 

Je komt door zes verschillende landschappen!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ingericht landschap:
Landschap dat is ingericht door de mens, zoals wegen.
Natuurlandschap:
Landschap waar de mens geen invloed heeft uitgeoefend, zoals bergen.
Verschillende landschappen

Slide 7 - Tekstslide

Aantekening- hoogtezones
1. Laagland= 0-200 meter
2. Heuvelland= 200-500 meter
3. Middelgebergte= 500-1500 meter
4 Hooggebergte= >1500 meter

Slide 8 - Tekstslide

Maakwerk
Opdrachten 1+2+3 blz 8 in je werkboek.
De eerste 10 minuten werk je zelfstandig, in sti

Slide 9 - Tekstslide

Goedemorgen Mo2a!
1 Telefoon in de telefoontas
2 Gaan zitten volgens plattegrond
3 Geef antwoord op onderstaande vragen. 

A Geef twee voorbeelden van een ingericht landschap
B Geef een voorbeeld van een natuurlandschap 
C Het heuvellandschap heeft een hoogte van 200-600 meter goed/fout
D Hoogteverschillen noem je ook wel.............

Slide 10 - Tekstslide

Do 14-09-'23 Mo2a
1 ABCD vragen nakijken
2 Opdr 1 t/m 3 nakijken
3 Uitleg theorie 
4 Maak opdr 4+5 blz 9 in je werkboek. 

Bij opdracht 4 heb je een atlas nodig. 

Slide 11 - Tekstslide

Maakwerk

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Gebergten ontstaan door....
A
Vulkaanuitbarstingen
B
twee aardplaten die langs elkaar gaan
C
twee aardplaten die tegen elkaar botsen
D
twee aardplaten die uit elkaar gaan

Slide 15 - Quizvraag

     Aardkorst

  • bestaat uit aardplaten
  • aardplaten zijn in beweging door magma 
  • als aardplaten botsen ontstaan bergen. Dit gebeurt alleen op plaatranden.

Slide 16 - Tekstslide

Het ontstaan van de Himalaya.

India botst tegen de Eur-Aziatische plaat

Slide 17 - Tekstslide

Aardplaten

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Oud gebergte:
Een middelgebergte of heuvelland met weinig reliëf.
Jong gebergte:
Een hooggebergte met veel reliëf.
Gebergten
Kenmerken:
  • Afgesleten toppen
  • Weinig hoogteverschil
Bijvoorbeeld:
De Eifel, in Duitsland (300 miljoen jaar oud).
Kenmerken:
  • Spitse toppen
  • Diepe dalen
Bijvoorbeeld:
De Alpen (60 miljoen jaar oud).

Slide 20 - Tekstslide

Hooggebergte = berg hoger dan 1500 meter





Jong gebergte
Oud gebergte
- hoog gebergte
- spitse toppen
- 60 miljoen jaar
- Himalaya 
- laag 
- afgeronde toppen
- 400 miljoen jaar 
- Ardennen 

Slide 21 - Tekstslide

Goedemorgen Mo2a!
Neem je schrift voor je en geef antwoord op onderstaande vragen:
A Hoe zijn de Alpen ontstaan?
B Een jong gebergte heeft spitse toppen goed/fout
C Bovenin de Alpen zijn fossielen van vissen gevonden. Hoe?
D Een hooggebergte is minimaal ...........m hoog

Slide 22 - Tekstslide

Vr 15-09-'23 Mo2a
1 ABCD vragen bespreken
2 Laatste stukje theorie van 1.1
3 Werktijd
4 Topografie 

Slide 23 - Tekstslide

Laagvlakten
Behalve uit bergen bestaan natuurlandschappen vaak ook uit laagvlakten.

"Vlak gebied in de benedenloop van de rivier, onder de 200m hoogte."

Slide 24 - Tekstslide

Laagvlakte
Nederland ligt in de benedenloop van bijv. de rivieren de Rijn en de Maas.

Slide 25 - Tekstslide

Laagvlakten
  • Laagvlakten ontstaan door de werking van rivieren. 

  • De rivier stroomt vanuit de bergen naar zee en neemt sediment (zand, grind en klei) mee.

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kent de verschillen tussen een natuur- en ingerichtlandschap en tussen een jong en een oud gebergte.
Je begrijpt hoe bergen en laagvlakten ontstaan.
Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of laagvlakte is.

Slide 27 - Tekstslide

Werktijd+ topografie
Maak opdr 4+5 blz 9 in je werkboek

Voor opdracht 4 heb je een atlas nodig. 

Klaar? Maak de topografie 

Slide 28 - Tekstslide

 CATEGORISEREN VAN LANDSCHAPPEN
 Landschap:
 Landschap:
Kies uit:
....................
....................
ingericht
natuur
akkers
vliegvelden
woestijnen
zeeën
huizen
steden
rivieren
bergen
kanalen
wegen
bossen
laagvlakten

Slide 29 - Sleepvraag