Modale werkwoorden Lektion 4

Modalverben
V3
Üben mit
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Modalverben
V3
Üben mit

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn Modalverben?
 Dit zijn werkwoorden die een ander werkwoord of zelfstandig naamwoord helpen.
In het Duits zijn dit de woorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen. 

Slide 2 - Tekstslide

Vervoegen Modalverben
  1. bij ich en er/sie/es krijg je géén uitgang

2 tussen enkelvoud en meervoud zit klankverandering 


Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent dürfen ?

Slide 4 - Open vraag

Wat betekent können ?

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent wissen ?

Slide 6 - Open vraag

De tweede letter verandert zich naar welke letter?

dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a

Slide 7 - Quizvraag

De tweede letter van het werkwoord müssen verandert zich ook.

Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht 1
Zoek de goede vorm

Slide 9 - Tekstslide

Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan

Slide 10 - Quizvraag

Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet

Slide 11 - Quizvraag

Weißt du, ob er Spinat ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt

Slide 12 - Quizvraag

Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt

Slide 13 - Quizvraag

Er ....... (dürfen) bis 12 Uhr ausgehen.
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürf

Slide 14 - Quizvraag

Ich will etwas für euch kaufen. ...... (mögen) ihr Gummibärchen?
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
mag

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht 
Vervoeg het modale werkwoord in combinatie met het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 16 - Tekstslide

Kannst du schwimmen? Ja, ........... ..........
gut schwimmen

Slide 17 - Open vraag

Kann ich kommen?
Diese Woche ................... ..... leider nicht kommen.

Slide 18 - Open vraag

Was mögen Sie am liebsten? Eis .......... .............
am liebsten, aber ohne Sahne

Slide 19 - Open vraag

Darf ich nach Hause? Nein, ......... .............
noch nicht nach Hause.
Die Arbeit ist noch nicht fertig

Slide 20 - Open vraag

Les 2 Modalverben 

opdracht 1


Zet elk werkwoord op de juiste plek

Slide 21 - Tekstslide

Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag

Slide 22 - Sleepvraag

Opdracht 2
Zet elk werkwoord op de juiste plek

Slide 23 - Tekstslide

ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchten
möchte
möcht
möchten
möchtet
möchte

Slide 24 - Sleepvraag

Opdracht 3
Corrigeer de fouten

Slide 25 - Tekstslide

Lisa müss ihre Hausaufgaben noch machen.

Slide 26 - Open vraag

Ich kanne morgen leider nicht mitgehen.

Slide 27 - Open vraag

Ihr söllt euch echt diese neue Serie 'Liebes Kind' mal anschauen!

Slide 28 - Open vraag