Les 4 - Uitdaagsystemen

 S&O Leerjaar 1
  • Voorbereiding op kerntaak 2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ChineesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

 S&O Leerjaar 1
  • Voorbereiding op kerntaak 2

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Terugblik vorige les
  • Leerdoelen
  • Uitdaagsystemen
  • Afvalsystemen
  • Leerdoelen behaald
  • Vooruitblik volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Welke 4 roulatiesystemen ken je nog?

Slide 3 - Open vraag

Is een roulatiesysteem een wedstrijdgerichte of niet-wedstrijdgerichte vorm?
A
Niet wedstrijdgericht
B
Wedstrijdgericht
C
Niet wedstrijdgericht, maar je zou hem wel wedstrijdgericht kunnen maken

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je maakt kennis met de 4 uitdaagsystemen en kunt ze toepassen tijdens de verschillende spellen

Slide 5 - Tekstslide

Wedstrijdgerichte vormen
Bij veel evenementen speelt winst en verlies een belangrijke rol. Je kunt een krachtmeting op verschillende manieren organiseren waarbij er een winnaar uit komt. 
1. Uitdaagsysteem
2. Afvalsysteem
3. Poulesysteem
4. Roulatiesysteem (zie les 3)
5. Competitiesysteem

Slide 6 - Tekstslide

Uitdaagsystemen
Bij dit systeem daagt een speler of een team, een hogergeplaatste speler of team uit. Als zij deze verslaan, wisselen zij van plaats. Bij het uitdaagsysteem worden de deelnemers nooit uitgeschakeld. Iedereen kan dus blijven meedoen.  Dat is een groot voordeel. Ook blijft het tot het laatst spannend wie de winnaar is.


Slide 7 - Tekstslide

Meest voorkomende uitdaagsystemen
  • Laddersysteem
  • Waslijnsysteem
  • Piramidesysteem
  • Schoorsteensysteem 

Slide 8 - Tekstslide

Laddersysteem
  • Deelnemers verticaal op de lijst
  • Je probeert aan de top van de ladder te komen
  • Je kunt een hogergeplaatste uitdagen, max. 2 plaatsen hoger.
  • Verliest de uitdager: er gebeurt niets
  • Wint de uitdager: wissel van plaats

Slide 9 - Tekstslide

Waslijnsysteem
  • Zie laddersysteem, maar nu op een horizontale lijn. 
  • Je kan hier een echte waslijn voor gebruiken.
  • Links komt uiteindelijk de winnaar te hangen. 

Slide 10 - Tekstslide

Piramidesysteem
  • Zie ladder systeem. 
  • Je maakt een verticale indeling, maar nu in de vorm van een piramide, zo ontstaan er een aantal niveau's 
  • Je moet eerst iemand van hetzelfde niveau verslaan, voordat je iemand boven je mag uitdagen.

Slide 11 - Tekstslide

Schoorsteensysteem
  • Combinatie van ladder- en piramidesystyeem.
  • Voor het bovenste gedeelte: zie regels laddersysteem.
  • Voor het onderste gedeelte: zie piramidesysteem.
  • Het duurt langer om naar boven te komen, het biedt een soort bescherming aan de betere spelers.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Ervaren van alle 4 de uitdaagsystemen met de volgende spellen
  • Steen, papier, schaar
  • Dobbelen 
  • Kaartje trekken
  • Pong spel

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heb je de roulatiesystemen ervaren?

Slide 14 - Tekstslide

Het duurt langer voordat je bovenaan bent
Je mag 2 boven je uitdagen
De winnaar hangt aan de linker kant
Je moet eerst iemand van je eigen niveau verslaan

Slide 15 - Sleepvraag

Wedstrijdgerichte vormen
Bij veel evenementen speelt winst en verlies een belangrijke rol. Je kunt een krachtmeting op verschillende manieren organiseren waarbij er een winnaar uit komt. 
1. Uitdaagsysteem
2. Afvalsysteem
3. Poulesysteem
4. Roulatiesysteem (zie les 3)
5. Competitiesysteem

Slide 16 - Tekstslide

Afvalsystemen
  • Deelnemers komen in paren tegen elkaar uit.
  • De verliezers zijn uitgeschakeld of degraderen naar de verliezersronde.
  • De winnaar gaat een ronde verder.
  • Vaak gebruik bij grote toernooien
  • Op basis van plaatsing of loting

Slide 17 - Tekstslide

Voor- en nadelen afvalsysteem
Voordelen:
  • Het is overzichtelijk
  • Je kunt een groot aantal deelnemers kwijt
Nadelen:
  • Na 1 ronde doet de helft van het aantal deelnemers al niet meer mee. Behalve bij een afvalsysteem met verliezersronde

Slide 18 - Tekstslide

Enkel afvalsysteem
  • Doel: Komen tot een finale van twee spelers of twee duo’s.
  • Dit betekent dat je een schema moet gebruiken met een macht van twee. Het gaat dus om 2, 4, 8, 16, 32, 64, 128 … . 

Slide 19 - Tekstslide

Met hoeveel deelnemende teams speel je het liefst een afvalsysteem, als je kan kiezen uit:
A
9
B
16
C
24
D
33

Slide 20 - Quizvraag

Teken een enkel afvalsysteem uit voor 16 deelnemers

Slide 21 - Open vraag

Meest voorkomende afvalsystemen
1. Enkel afvalsysteem
2. Enkel afvalsysteem met bye
3. Enkel afvalsysteem met voorronde
4. Enkel afvalsysteem met verliezersronde

Slide 22 - Tekstslide

Enkel afvalsysteem met bye
  • Dit systeem is aan te bevelen bij een spelersaantal ruim boven het getal 8, 16, 32, 64, 128 ect. ligt. 
  • Zo slaan 1, 4, 5 en 8 een voorronde over. (vaak een sterke speler)

Slide 23 - Tekstslide

Enkel afvalsysteem met voorronde
  • Dit systeem is aan te bevelen bij een spelersaantal dat maar net boven de 8, 16, 32, 64, 128 ect. ligt. 

  • Zo speelt nummer 1 dus een voorronde tegen nummer 2.

Slide 24 - Tekstslide

Enkel afvalsysteem met verliezersronde

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak een afvalsysteem voor 43 deelnemers voor een dartwedstrijd. 

  • Vraag 1: Hoeveel wedstrijden worden er in totaal gespeeld?
  • Vraag 2: Hoeveel rondes worden er in totaal gespeeld?
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide

Is het gelukt om een afvalschema te maken voor 43 deelnemers?

Slide 27 - Poll

Leerdoel behaald?
Je maakt kennis met de 4 uitdaagsystemen en kunt ze toepassen tijdens de verschillende spellen en je hebt kennis van het afvalsysteem
Ja!
Nee...

Slide 28 - Poll

Volgende keer
  • Poulesysteem

Slide 29 - Tekstslide