3hv-6.2.2+6.3

Mineralen in de bodem
Zet op de juiste plek in de kringloop
Afvaleters
Producenten 
Reducenten
Consumenten 1e orde
Consumenten 2e orde
1 / 21
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mineralen in de bodem
Zet op de juiste plek in de kringloop
Afvaleters
Producenten 
Reducenten
Consumenten 1e orde
Consumenten 2e orde

Slide 1 - Sleepvraag

Welke organismen kunnen fotosynthese uitvoeren?
A
Alle organismen
B
Alleen planten en dieren
C
Alleen planten en schimmels
D
Alleen planten

Slide 2 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.
  • Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Kringloop van water

Slide 4 - Tekstslide

Kringloop van Koolstof
Koolstof komt voor in de
- lucht (Co2)
- planten (Co2 lucht-glucose)
- plantaardige energierijke stof
- dierlijke energierijke stof
- energierijke stof (schim./bact.)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

(niet-)Biologisch afbreekbaar
Biologische afbraak: Reducenten breken dode resten en uitwerpselen planten/dieren af. 
Het afval van planten en dieren is biologisch afbreekbaar.
Zo ook producten afkomstig van delen van dieren en planten.

Producten van glas, metaal en kunststoffen: niet biologisch afbreekbaar. Plastic soep!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Populatiegrootte
Beïnvloed door: 
abiotische en biotische factoren

Alle factoren gunstig?
De populatie groeit!


Slide 9 - Tekstslide

Biologisch evenwicht
Omstandigheden gunstig?
De populatiegrootte neemt toe!

Omstandigheden minder gunstig?
De populatiegrootte neemt af

Slide 10 - Tekstslide

Optimumkromme
Voor elke abiotische factor kun je meten hoe de overlevingskans is van een bepaald organisme. 
Iedere soort heeft een optimum voor 
bijvoorbeeld temperatuur. Op dit
optimum kan de soort het beste 
overleven.

Slide 11 - Tekstslide

Samenleven
Relaties in en tussen populaties: 
Concurrentie
   competitie partner, plek voedsel 
- Samenwerken/ afspraken maken:
  jagen (leeuwen), verdedigen (vissen) 
  mieren (taakverdeling kolonie).
                                                                           
Stokstaartje houdt de wacht

Slide 12 - Tekstslide

Relaties binnen populatie
- Rangorde
- Territorium
- Paarvorming
Bij sommige soorten vindt elk jaar opnieuw paarvorming plaats maar bij zwanen blijven man en vrouw hun hele leven bij elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Rangorde

Rangorde: Eén dier is dan de baas.

Slide 14 - Tekstslide

Territorium

Territorium: gebied dat verdedigd wordt tegen soortgenoten


Slide 15 - Tekstslide

Paarvorming
Paarvorming: Mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten.

Bij sommige soorten vindt elk jaar opnieuw paarvorming plaats maar bij zwanen blijven man en vrouw hun hele leven bij elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

Relaties tussen soorten
Individuen van verschillende soorten kunnen langdurige relaties met elkaar onderhouden

Symbiose

Slide 17 - Tekstslide

Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel van de symbiose (samenlevingsvorm)
+      + 
Korstmos: Schimmel + alge
Kunnen niet zonder elkaar leven

Slide 18 - Tekstslide

Anemoon en  Clownvis
De anemoon zorgt voor beschutting/huisje voor clownvis

De clownvis eet parasieten van anemoon op en verjaagd vijanden

Slide 19 - Tekstslide

Commensalisme
Ene individu heeft voordeel de ander geen voordeel of nadeel
+      +/-

Slide 20 - Tekstslide

Parasitisme
Ene individu heeft nadeel en de ander een voordeel
-       +

De parasiet leeft op of in de gastheer

Slide 21 - Tekstslide