Afsluiting jaar 2, les 5
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Etalage:
A
Etalagetje
B
Etalage'tje
C
Etalageetje
Slide 4 - Quizvraag
Radio
A
Radiotje
B
Radio'tje
C
Radiootje
Slide 5 - Quizvraag
Verdieping
A
Verdiepingtje
B
Verdiepingetje
C
Verdiepingkje
D
Verdiepinkje
Slide 6 - Quizvraag
cd
A
cdtje
B
CeeDeetje
C
cd'tje
Slide 7 - Quizvraag
Pony
A
ponytje
B
ponietje
C
pony'tje
D
paardje
Slide 8 - Quizvraag
Menu
A
Menutje
B
Menuutje
C
Menu'tje
D
Menuu'tje
Slide 9 - Quizvraag
Instructie
A
Instructietje
B
Instructieetje
C
Instructie'tje
Slide 10 - Quizvraag
Met welke uitgang maak je het verkleinwoord?
leuning
apparaat
film
slee
wandeling
trommel
- [je]
- [kje]
- [pje]
- [tje]
- [etje]
Slide 11 - Sleepvraag
Verkleinwoord met PJE
Verkleinwoord met TJE
Verkleinwoord met JE
boom
telefoon
broer
riem
film
raam
tafel
haar
hand
fiets
verkleinwoord
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat betekent t.k.a.?
A
te krijgen adres
B
te koop aangeboden
C
te kleuren afbeelding
Slide 14 - Quizvraag
Kort op de juiste manier af:
bladzijde
bladzijde
Slide 15 - Open vraag
Kort op de juiste manier af:
circa
circa
Slide 16 - Open vraag
Kort op de juiste manier af:
door middel van
door middel van
Slide 17 - Open vraag
Kort op de juiste manier af:
onder andere
onder andere
Slide 18 - Open vraag
Er komt slecht weer aan, .............. regen en hagel.
A
ca.
B
i.t.t.
C
o.a.
D
m.a.w.
Slide 19 - Quizvraag
Er wonen ............... 17 miljoen mensen in Nederland.
A
m.b.v.
B
ca.
C
o.a.
D
m.a.w.
Slide 20 - Quizvraag
Het bedrijf verdiende miljoenen ............... oplichtingspraktijken.
A
d.m.v.
B
ca.
C
o.a.
D
m.a.w.
Slide 21 - Quizvraag
Vaak worden op formulieren afkortingen gebruikt.
Zoek de afkorting met de juiste betekenis bij elkaar.
30-10-2000
Mevrouw
Man/vrouw
06-15258974
Meneer
m/v
Geb.-Datum
Tel.
Dhr.
Mevr.
