Zinsleer - onderwerp en gezegde

• Nederlands
• Secundair onderwijs

ZINSLEER:

onderwerp en gezegde

Stappenplan - zinsontleding

STAP 1+2: onderwerp en persoonsvorm

Je wagen kunnen jullie parkeren op de spottersparking langs de steenweg.
Onderwerp + persoonsvorm?

Na een namiddagje shoppen moet je zeker een terrasje doen.
Onderwerp + persoonsvorm?

Het kasteel werd in brand gestoken door de Duitsers in 1944.
Onderwerp + persoonsvorm?

Vul aan:
In juli ___ toeristen vaker met het vliegtuig.
(reizen)

Vul aan:
Elke ochtend __ de groep kinderen aan de poort. (verzamelen)

Vul aan:
Het volk ___ de koningin plechtig.
(begroeten)

Een Amerikaanse muzikant bespeelde met haar hand verschillende klassieke instrumenten.

Wat is het onderwerp?

1. Een Amerikaanse muzikant
2. bespeelde
3. met haar hand
4. verschillende klassieke instrumenten

STAP 3: het gezegde van de zin

Gezegde:
Een zinsdeel dat aangeeft wat het onderwerp doet of hoe het onderwerp is.

2 soorten:

• naamwoordelijk gezegde
• werkwoordelijk gezegde