Nederlands 1Kb 14 januari 2021

Nederlands
Spelling blok 3
Donderdag 14 januari 2021
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Spelling blok 3
Donderdag 14 januari 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Huiswerk: spelling blok 3 opdracht 20
  • Uitleg spelling blok 3
  • Huiswerk maandag 18/1

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Huiswerk: spelling blok 3 opdracht 20
  • Uitleg spelling blok 3
  • Huiswerk maandag 18/1

Je kan de persoonsvorm in de verledentijd goed schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Bladzijde 125: opdracht 20 
1. 
2. 
3. 
4.
5. 

Slide 4 - Tekstslide

Bladzijde 125: opdracht 20 
1. spelen
2. acteren
3. toneelopleiding
4. portretten
5. verschillende

Slide 5 - Tekstslide

Bladzijde 125: opdracht 20 
6.
7.
8.
9.
10.

Slide 6 - Tekstslide

Bladzijde 125: opdracht 20 
6. boterhammen
7. verbeteren
8. zaterdag
9. herkennen
10. willen

Slide 7 - Tekstslide

Spelling blok 3
Persoonsvorm in de verleden tijd

Slide 8 - Tekstslide

In welke tijd staat de volgende zin: 'De leraar draait zich om.'
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd

Slide 9 - Quizvraag

'De leraar draait zich om.'
Zet de zin nu in de verleden tijd

Slide 10 - Woordweb

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 


Slide 11 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?



Slide 12 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
Enkelvoud



Slide 13 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
Enkelvoud: ik-vorm + de



Slide 14 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraar draaide zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
Enkelvoud: ik-vorm + de
Draai + de = draaide 



Slide 15 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 






Slide 16 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud






Slide 17 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud: ik-vorm + den 







Slide 18 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud: ik-vorm + den 
Draai + den = draaiden









Slide 19 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
De leraren ... (draaien) zich om. 

Staat de zin in enkelvoud of meervoud? 
Meervoud: ik-vorm + den 
Draai + den = draaiden

De leraren draaiden zich om. 








Slide 20 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 

Slide 21 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te

Slide 22 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Slide 23 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Mijn opa en oma ... (praten) gisteren met mij. 

Slide 24 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Mijn opa en oma ... (praten) gisteren met mij. 
Meervoud: ik-vorm + ten

Slide 25 - Tekstslide

PV in de verleden tijd
Ik ... (praten) gisteren met mijn opa en oma. 
Enkelvoud: ik-vorm + te
Ik praatte gisteren met mijn opa en oma. 

Mijn opa en oma ... (praten) gisteren met mij. 
Meervoud: ik-vorm + ten
Mijn opa en oma praatten gisteren met mij. 

Slide 26 - Tekstslide

We ... (knippen) vorige week de haren van onze hond.
A
Knipte
B
Knipten

Slide 27 - Quizvraag

... (Gebruiken) jij vorige week mijn schaar daarvoor?
A
Gebruikte
B
Gebruikten

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk maandag 18/1
Spelling blok 3
Bladzijde 127
Maak opdracht 22

Slide 29 - Tekstslide