Les 7, Hoofdstuk 3.3

Welkom bij Nask
Klas 3
Hoofdstuk 3 - Elektriciteit
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nask
Klas 3
Hoofdstuk 3 - Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg 3.3

  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt antwoord geven op deze vragen:

  • Wat is rendement?

  • Hoe bereken je het rendement van een apparaat?

Slide 3 - Tekstslide

Capaciteit (C)
Betekenis:
Hoe lang een spanningsbron een stroom kan leveren.

Eenheid: Ampère-uur (Ah) 

Formule: C = I x t

Slide 4 - Tekstslide

Vermogen (P)
Betekenis:
Hoeveel energie heeft een apparaat nodig 
om 1 seconde te werken.

Eenheid: Watt (W)

Formule: P = U x I

Slide 5 - Tekstslide

Energieverbruik (E)
Betekenis:
Hoeveel energie heeft een apparaat verbruikt.

Eenheid: Wattuur (Wh) of kiloWattuur (kWh)

Formule: E = P x t


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oefenvraag
Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 W. 
Hij is aangesloten op een spanning van 230 V. 
Wat is de stroomsterkte?

  1. Gegeven         P = 1200 W        U = 230 V
  2. Gevraagd        I
  3. Formule          P = U x I           ->     I = P : U
  4. Berekening    I = 1200 : 230 = 5,2
  5. Antwoord       I = 5,2 A

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent rendement?
Rendement is het percentage van de opgenomen energie dat nuttig wordt gebruikt.

Een LED lamp van 5 W gebruikt .. 
  • 4 W aan licht
  • 1 W aan warmte

Een gloeilamp van 40 W gebruikt .. 
  • 4 W aan licht
  • 36 W aan warmte

Slide 9 - Tekstslide

Een LED lamp van 5 W gebruikt 4 W aan licht
(4 : 5) x 100 = 80 %

Een gloeilamp van 40 W gebruikt 4 W aan licht
(4 : 40) x 100 = 10 %

Conclusie: 
De LED lamp heeft een hoger rendement. 
Hierdoor verbruikt hij veel minder energie dan een gloeilamp. 

Slide 10 - Tekstslide

Oefenvraag
Maak nu opdracht 23 (bladzijde 115)

Over 5 minuten bespreken we de vraag!

Eerder klaar: Maak paragraaf 3.3 helemaal af.

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 3.3


Slide 12 - Tekstslide