Week 3 van 18- 22 jan - 2M - Woordenschat H3 - NN

Weektaak Nederlands


 




week 1 
2HM 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
nederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weektaak Nederlands


 




week 1 
2HM 

Slide 1 - Tekstslide

Deze week: woordenschat H3 
vaste vergelijkingen 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen Woordenschat H3
- Ik kan vaste vergelijkingen herkennen en begrijpen

- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn vaste vergelijkingen?

In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken, je vergelijkt ze met elkaar.

Bijvoorbeeld: Jasper is zo sterk als een beer.
Door Jasper te vergelijken met een beer, maak je duidelijk dat Jasper heel erg sterk is.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zien vaste vergelijkingen er dan uit?
Een vaste vergelijking heeft meestal de vorm: 'Zo... als...'

en

een vergelijking is ALTIJD figuurlijk bedoeld. Jasper kan natuurlijk nooit ECHT zo sterk zijn als een beer.

Slide 5 - Tekstslide

letterlijk of figuurlijk 
letterlijk: Iemand bedoelt precies wat hij/zij zegt. 
Bijvoorbeeld: De tafel is bruin.  OF  Ik ben 1.68 meter lang. 

figuurlijk: Iemand bedoelt iets anders dan wat hij/zij zegt. 
Bijvoorbeeld: Je bent het zonnetje in huis.  
Dat betekent niet echt dat iemand een zon is, het betekent dat iemand vrolijk en positief is. 


Slide 6 - Tekstslide

Even testen
Ken je al een paar vaste vergelijkingen? Maak de volgende quizvragen! 

Slide 7 - Tekstslide

Zo moe als een...
A
hond
B
kip
C
paard
D
ezel

Slide 8 - Quizvraag

Zo doof als een...
A
kolibrie
B
merel
C
kwartel
D
duif

Slide 9 - Quizvraag

Zo gezond als een...
A
pil
B
vitaminedrankje
C
vis
D
vos

Slide 10 - Quizvraag

werken als een...
A
paard
B
leraar
C
leerling
D
werkloze

Slide 11 - Quizvraag

Zo wit als...
A
was
B
mist
C
rook
D
sneeuw

Slide 12 - Quizvraag

Ken je zelf nog een vaste vergelijking die figuurlijk is bedoeld? Vul je antwoord hieronder in!

Slide 13 - Open vraag

Wat moet je doen? 


- Maak woordenschat H3: opdr 1,2,3,4,5,6

- Lees minimaal 30 minuten in je leesboek 

Slide 14 - Tekstslide

Stuur hieronder foto's van je huiswerk in

Slide 15 - Open vraag

Stuur hieronder foto's van je huiswerk in

Slide 16 - Open vraag

Stuur hieronder foto's van je huiswerk in

Slide 17 - Open vraag

Doel behaald? 
 Ik kan nu vaste vergelijkingen herkennen en begrijpen 

Ik ken de woorden en uitdrukkingen met betekenis uit woordenschat H3

Slide 18 - Tekstslide