Les 5: oefenen in de praktijk

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Welkom

Hoe voel jij je?

Hoe zit je erbij vandaag?

Moeten we ergens rekening mee houden?

Verwachtingen

- Telefoon is in de bak of in de kluis.

- Jas hangt op de kapstok of in de kluis.

- Je toont inzet tijdens de les.

Plattegronden

Na deze les kun je:

• Zelf een tekening of gebouw op schaal maken.

Hoe zat het ook alweer?

Een schaal gebruik je wanneer je iets wilt afbeelden wat niet op ware grootte kan. Zoals bij plattegronden, kaarten en modellen. 

Schaal 1:50 betekent?

1. 1 cm is in het echt 50 meter
2. 1 cm is in het echt 50 km
3. 1 cm is in het echt 50 cm
4. 1 m is in het echt 50 cm

Schaal 1:100 betekent?

1. 1m is in het echt 100m
2. 1 cm is in het echt 100 mm
3. 1m is in het echt 100 cm
4. 1 m is in het echt 1000m

Aan de slag!

Oefenen in een praktische situatie

Stap 1:

Maak groepjes van 3 of 4 personen.

• Hoe zorg je ervoor dat je goed kunt samenwerken?
• Staan de tafels goed?
• Heeft ieder groepje een wisbordje?
• Heeft ieder groepje pen en papier?

Stap 2: 

Lees de opdracht van de opdrachtenkaart.

• Wijs 1 iemand in je groepje aan die de kaart voorleest.
• Hoe zorg je ervoor dat iedereen van het groepje luistert?
• Heeft iedereen de opdracht begrepen? 

De bedoeling is dat je 3 groepjes in de klas hebt.

1 groepje koopt spullen in voor het ontbijt met de hele klas.

1 groepje koopt spullen in voor de lunch met de hele klas.

1 groepje koopt spullen in voor het diner met de hele klas.

Stap 3: 

Voer de opdracht met de hele groep uit.

• Verdeel de taken.
• Wie krijgt welke taak?
• Hoe maak je het overzichtelijk? 

Stap 4:

Het resultaat

• Groepje 1: laat de plattegrond van het lokaal zien.
• Groepje 2: laat de plattegrond van het schoolplein zien.
• Groepje 3: laat jullie roadtrip zien, hoeveel kilometer gaan jullie rijden? 

Is het lesdoel behaald?

Heeft ieder groepje de opdracht gehaald?

Hoe is dit gegaan?