Ec. bekeken 4TL: 3.4

Hoofdstuk 3:
3.4 Belasting op inkomsten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3:
3.4 Belasting op inkomsten

Slide 1 - Tekstslide

3.1/3.2/3.3: wat weten we nog?

Slide 2 - Woordweb

3.3 Geld voor de gemeente
Onroerendezaakbelasting (OZB)
Belasting die je betaald over het 
pand/grond wat je bezit aan de gemeente.

Deze belasting wordt berekend op basis 
van de WOZ-waarde (wet waardering 
onroerende zaken)


Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 4 - Tekstslide

3.4 Belasting op inkomsten
leerdoelen:
- Ik kan uitleggen wat loonheffing is en waar deze loonheffing afhankelijk van is.
- Ik kan uitleggen wat er nodig is om de inkomstenbelasting te berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

3.4 Belasting op inkomsten
Elke werknemer en mensen met een uitkering betalen loonheffing (=loonbelasting). Bedrag dat de werkgever inhoudt op het brutoloon.

De hoogte is afhankelijk van:
  • de hoogte van het loon/uitkering
  • heffingskortingen

Slide 6 - Tekstslide

3.4 Belasting op inkomsten
De heffingskorting bestaat uit: 
  • de algemene korting
  • de arbeidskorting (bij een betaalde baan)
  • de aanvullende kortingen 
  • (afhankelijk van de persoonlijke situatie)

Slide 7 - Tekstslide

3.4 Belasting op inkomsten
Loonheffing = voorheffing


Teruggave
of
Bijbetalen

Slide 8 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk!
maken en nakijken:
toepassingsopdrachten hoofdstuk 3.4

Slide 10 - Tekstslide