Present Continuous

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

DOEL
  1. ik weet wat de Present Continous is
  2. ik kan de Present Continuous maken
  3. ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik

Slide 2 - Tekstslide

4

Slide 3 - Video

05:57
De present continuous wordt gebruikt om …
A
… iets aan te geven dat vroeger gebeurde.
B
… iets aan te geven dat nu aan het gebeuren is.
C
… iets aan te geven dat nog moet gebeuren.

Slide 4 - Quizvraag

06:24
Wat is de eerste stap om de present continuous te vormen?
A
do/does
B
have/has
C
am/is/are

Slide 5 - Quizvraag

06:24
Welke vorm van het werkwoord heb je dan nodig?
A
het volledige werkwoord (= infinitive - to)
B
de verleden tijd (ed)
C
3de persoon enkelvoud (SHIT-rule)

Slide 6 - Quizvraag

06:24
Wat voeg je toe aan dat volledige werkwoord?
(infinitive - to)
A
-ed
B
-ing
C
-s

Slide 7 - Quizvraag

Of the -ing form

Slide 8 - Tekstslide

Base rule:
work => working
What do you do?
A
add -ing
B
double the consonant and add -ing
C
drop e and add -ing
D
el => lling

Slide 9 - Quizvraag

exception:
race => racing
What do you do?
A
add -ing
B
double the consonant and add -ing
C
drop e and add -ing
D
el => lling

Slide 10 - Quizvraag

!! OPGELET !!
Come => drop -e and add -ing 
            => dus coming (en niet coming)

Slide 11 - Tekstslide

exception:
travel => travelling
What do you do?
A
add -ing
B
double the consonant and add -ing
C
drop e and add -ing
D
el => lling

Slide 12 - Quizvraag

exception:
tie => tying
What do you do?
A
add -ing
B
drop e and add -ing
C
ie -> y + ing
D
add e + -ing

Slide 13 - Quizvraag

exception:
cut => cutting
What do you do?
A
add -ing
B
double the consonant and add -ing
C
drop e and add -ing
D
el => lling

Slide 14 - Quizvraag

werkwoorden met 1 lettergreep EN klinker + 
medeklinker achteraan

           => ALTIJD laatste medeklinker 
                verdubbelen.

           * stop => stopping
           * put => putting
           * get => getting

Slide 15 - Tekstslide

exception:
prefer => preferring
What do you do?
A
add -ing
B
double the consonant and add -ing
C
drop e and add -ing
D
el => lling

Slide 16 - Quizvraag

werkwoorden met 2 (of meer)  lettergrepen EN klinker + medeklinker achteraan
           => de laatste medeklinker 
                verdubbelen ENKEL ALS de klemtoon
                op dat laatste stuk ligt.
           * regret => regrettig
           * forget=> forgetting
MAAR: open => opening (klemtoon lict vooraan
                                                dus NIET verdubbelen)

Slide 17 - Tekstslide

Watch the video and complete the statements about the video in the present continuous. 

Slide 18 - Tekstslide

9

Slide 19 - Video

00:15
Mike … (to drive) a blue Porsche.

Slide 20 - Open vraag

00:26
Marcus … (to get) out of the car.

Slide 21 - Open vraag

00:36
Mike … (to kick) in the door.

Slide 22 - Open vraag

00:53
Marcus … (to bleed) from his lip.

Slide 23 - Open vraag

00:59
Mike and Marcus … (to have) a beer.

Slide 24 - Open vraag

01:18
Mike and Marcus's boss … (to get) mad.

Slide 25 - Open vraag

01:41
M&M … (to drive) through a mall.

Slide 26 - Open vraag

01:52
Mike … (to shoot) two guns at the same time.

Slide 27 - Open vraag

02:31
The whole police squad … (to sing) Mike and Marcus' song.

Slide 28 - Open vraag

Let's practice some more ... 

Slide 29 - Tekstslide

Ready? 
Get set ...  Go!

Slide 30 - Tekstslide

I .......... (listen) to music at the moment.
A
am listenning
B
are listening
C
is listening
D
am listening

Slide 31 - Quizvraag

Max Verstappen .......... (race) at the track.
A
is raceing
B
are racing
C
is racing
D
are racing

Slide 32 - Quizvraag

It .......... (freeze) in here.
A
is freezing
B
are freezing
C
is freezeing
D
are freezeing

Slide 33 - Quizvraag

You .......... (study) hard.
A
are studying
B
are studing
C
are studieing

Slide 34 - Quizvraag

I .......... (plan) a trip now.
A
am planning
B
am planing

Slide 35 - Quizvraag

The puppy .......... (take) a nap.
A
is takeing
B
is taking

Slide 36 - Quizvraag

I .......... (swim) in the pool.
A
am swiming
B
am swimming

Slide 37 - Quizvraag

Negative and questions
Watch the video and then do the exercises.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

… (Kate and Jane - to carry) a heavy bag?
A
Is Kate and Jane carrying
B
Are Kate and Jane carrieing
C
Is kate and Jane carieing
D
Are Kate and Jane carrying

Slide 40 - Quizvraag

At the moment, Kate and Jane _________ a heavy bag. (not/to carry) (present continuous negative)
A
are carrying
B
don't carry
C
aren't carrying
D
haven't carried

Slide 41 - Quizvraag

… (Thomas - to bake) a chocolate cake?

Slide 42 - Open vraag

Justine … (not leave) for Spain right now.
(long form)

Slide 43 - Open vraag

… (Michael and Sam - to study)
for their English test?

Slide 44 - Open vraag

I … (not to work) for French at the moment.
(Short form)

Slide 45 - Open vraag

Julie … (not dancing) on the table.
(short form)

Slide 46 - Open vraag

Ga nu verder met de volgende stap in je Corona taak week 5.

Slide 47 - Tekstslide