Unit 2 Big Game lesson 4

Welkom T1B
Fijn dat je er bent! Om goed met de les te beginnen leg je gelijk je boeken, plenda en pen op tafel. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom T1B
Fijn dat je er bent! Om goed met de les te beginnen leg je gelijk je boeken, plenda en pen op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht.

10 minutes of reading in silence

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Plenda: homework
Monday, 6 November
Learn: words lesson 1 en 2, page 25 en 29 
Learn: Leerblad punt 2 en 3, Present Simple and Present Continuous page: 75

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Present Continuous (aan de gang zijn tegenwoordige tijd)

When?
Now, right now, at this moment, during this time

How?
 am/is/are+werkwoord+ing

Slide 5 - Tekstslide

Present Continuous
Basic rule: subject + (to) be + verb + ing
When: When something is happening now!



I
you
he/she/it
we
you
they
positive
am
are
is
are
are
are
walk
walk
walk
walk
walk
walk
ing
ing
ing
ing
ing
ing

Slide 6 - Tekstslide

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 7 - Quizvraag

Our teacher _______ English right now! (teach)

Slide 8 - Open vraag

Present continuous - Negative
Subject +
Form of to be +
Not
Verb + ing
I
Am/’m
not
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
not
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
not
Watching
TV.

Slide 9 - Tekstslide

Choose the Present Continuous:
Our teacher ___ the grammar.
A
doesn't explain
B
isn't explaining
C
do not explain
D
is not explaining

Slide 10 - Quizvraag

He _________ to win the game.
(not/try) (long version)

Slide 11 - Open vraag

Present continuous - Questions
Form of to be +
Subject +
Verb + ing
?
Am
I
Watching
TV?
Are
you/we/they
Watching
TV?
Is
he/she/it
Watching
TV?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Werkblad Present Continuous

Blad 1: Uitleg en voorbeeld
Blad 2: Opdrachten maken
3.1 Wat zijn de mensen aan het doen? gebruik de werkwoorden en maak de zinnen compleet.
3.2 Maak de zinnen compleet, gebruik de werkwoorden
3.3 Maak zinnen met 'Jane', maak positief of negatief
3.4 Wat gebeurt er nu? maak zinnen met de Present Continuous

Slide 14 - Tekstslide