220520 hormonale anticonceptie

Les 20-05-2022

hormonale anticonceptie 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 20-05-2022

hormonale anticonceptie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel 
Je weet welke soorten anticonceptie er zijn, hoe ze werken en wat de voor- en nadelen zijn. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

quizz
je bent per tafel een groepje. 
Een gaat naar kahoot.com en logt in 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1 
Leg uit hoe het hormonale systeem werkt. 

Slide 5 - Tekstslide

Het endocriene systeem bestaat uit klieren en organen die hormonen maken. Het systeem wordt aangestuurd vanuit de hypothalamus die vervolgens weer signalen (releasing hormonen) afgeeft aan de hypofyse. De hypothalamus heeft zelf ook receptoren om waarden te meten en controleert op die manier alle lichaamsfuncties. Het bloed verspreidt de hormonen door het lichaam, veel organen zijn erbij betrokken. Lichaamsfuncties als temperatuur, bewustzijn, ademhaling, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, slagen, voortplanting worden geregeld dmv het hormonale systeem, vaak in nauwe samenwerking met het zenuwstelsel. Daarnaast regelt het hormoonsysteem reacties op lichamelijke en psychische stress, waterhoushouding, groei en ontwikkeling. Kortom het hormoonstelsel zorgt ervoor dat de mensheid in stand blijft en dat de mens zelf in balans blijft.
De menstruatiecyclus wordt geregeld vanuit de hypofyse. De hypofyse maakt 2 hormonen aan: FSH en LH
FSH → follikel stimulerend hormoon. Het stimuleert de follikel voor rijping in de eierstok → rijping van de eicellen. De stof LH geeft de eisprong. Na de ovulatie is er het ‘gele lichaam’.
Het ovarium= de eierstok, maakt de stoffen oestrogeen en progesteron aan. Oestrogeen wordt gemaakt in die rijpende eicellen(follikel) en progesteron wordt in de 2e helft van de menstruatiecyclus aangemaakt in het ‘gele lichaam’ na de eisprong.
Oestrogeen neemt toe, zorgt voor een 1e opbouw van het baarmoederslijmvlies. Progesteron zorgt voor een nog beter en dikker baarmoederslijmvlies, zodat bij bevruchting de eicel zich hierin kan gaan innestelen.

Vraag 2
Geef aan hoe de menstruatie onstaat

Slide 6 - Tekstslide

De hypofyse geeft FSH en LH af. De FSH zorgt voor rijping van eicel en follikelcellen. Het dikker wordende follikel maakt steeds meer oestrogeen aan. Oestrogeen remt de FSH afgifte en stimuleert te LH afgifte. De LH zorgt voor de ovulatie=eisprong en daarna voor het ontstaan van het gele lichaam uit de lege follikel. Het gele lichaam maakt progesteron aan waardoor het slijmvlies in de baarmoeder dikker wordt en in stand houdt. Door de progesteron zal de afgifte van FSH en LH afgeremd worden.
Wanneer de eicel niet bevrucht wordt, zal de hormoonspiegel van oestrogeen en progesteron dalen (het progesteron daalt sterker dan het oestrogeen) waardoor het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten, dit is de menstruatie.

Vraag 3
Let het feedbacksysteem uit

Slide 7 - Tekstslide

Middels dit systeem krijgt de hypofyse signaal of er wel of niet hormonen afgegeven dienen te worden voor het rijpen van het follikel. Wanneer de anticonceptiepil geslikt wordt ‘denkt’ de hypofyse dat er genoeg hormonen oestrogeen en progesteron in het lichaam aanwezig zijn. De hypofyse zal dan dus geen FSH en LH produceren.  
Vraag 4
Schrijf de hormonale veranderingen die plaatsvinden na de bevruchting 

Slide 8 - Tekstslide

De hormonen FSH en LH, die worden afgegeven door de hypofyse, dalen. Want de eicel die rijp was voor bevruchting is nu bevrucht, tijdens de ovulatie.
Het gele lichaam blijft nog wel progesteron aanmaken. De bevruchte eicel=embryo maakt het hormoon HCG=zwangerschapshormoon aan om het gele lichaam in stand te houden zodat de hoeveelheid progesteron hoog genoeg blijft om de volgende menstruatie te voorkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van niet-hormonale anticonceptie ken je?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke vormen van anticonceptie met hormonen ken je?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vr 5 Hoe werkt de pil?

Slide 13 - Open vraag

Bij pil gebruik geen normale cyclus→baarmoederslijmvlies wordt nauwelijks dikker→na 21 dagen onttrekkingsbloeding door afstoting van het baarmoederslijmvlies→geen eisprong
In de pil zitten stoffen die lijken op het natuurlijke geslachtshormoon van de vrouw de oestrogenen en progesteron. De pil hormonen bootsen dus de menstruatiecyclus na =kunstmatige cyclus.
De pil onderdrukt de hypofyse (natuurlijke stoffen oestrogeen en progesteron).
Bij de OAC pil wordt dus gebruik gemaakt van het feedbackmechanisme.
Omdat de pil een oestrogene stof en progestagene stof bevat, wordt de hypofyse onderdrukt. Er wordt geen FSH en LH meer aangemaakt. Er is dus geen eicelrijping en geen ovulatie. Het baarmoederslijmvlies wordt nauwelijks opgebouwd en de baarmoederhals wordt minder doorlaatbaar voor zaadcellen door slijmprop.
Na ongeveer 21 dagen stop je en heb je je stopweek. Je slikt dan geen oestrogene en progestagene stof, dus de hypofyse wordt steeds minder onderdrukt. Vandaar dat de OAC pil het minst betrouwbaar is aan het einde van de stopweek.De natuurlijke stoffen oestrogeen en progesteron worden niet meer onderdrukt door de pil, dus wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten → onttrekkingsbloeding Onttrekkingsbloeding ontstaat doordat je in de stopweek met name geen progestagene stof slikt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6 ; Op welke 3 manieren kun je de pil indelen?

Slide 15 - Open vraag

éénfasepil → sub-50-pil →bijv. Microgynon-30 of 20
- éénfasepil → 50-(plus)-pil → Microgynon-50,
- driefasepil → Trigynon, Trinordiol
eerste generatie → 50 µg EE & progestageen=levonorgestrel→bijv. Microgynon 50
tweede generatie → 20 of 30 µg EE & levonorgestrel/lynestrenol/norethisteron→bijv.
                                  Microgynon 30, Stederil 30, Microgynon 20, Lovette, Ministat
derde generatie → 20/30/35 µg EE & desogestrel/gestodeen/norgestimaat→bijv.
                                Marvelon, Mercilon, Femodeen, Minulet, Cilest.
vierde generatie → 30 µg EE & drospirenon→bijv. Yasmin, Yaz

Daarnaast is de pil nog in te delen in fasen
- eenfasepil bv microgynon 30
-driefasepil bv trinordiol

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vr 8; Welke vragen stel je aan Janneke?

Slide 19 - Woordweb

Welk OAC
hoeveel vergeten
welke week van de strip
geslachtsgemeenschap gehad? 
Vr 9;
Welk advies geef je als in de eerste week 2 pillen zijn vergeten en ze 2 dagen gemeenschap heeft gehad?
A
Gewoon doorgaan met slikken
B
Een condoom gebruiken gedurende 7 dagen
C
Laatste pil alsnog innemen
D
Een morning afterpil innemen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vr 10
En wat als ze in de 3e week zat van de strip?
A
Morning afterpil
B
Een condoom gebruiken gedurende 7 dagen
C
Meteen een stopweek inlassen
D
Doorslikken en meteen doorgaan met de volgende strip

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vr 11
Hoe komt het dat je niet ongesteld wordt als je de pil doorslikt?

Slide 22 - Open vraag

Door oestrogeen en progestageen worden de hypofyse hormonen FSH en LH niet afgegeven aan je lichaam. Er is geen eicelrijping en ovulatie. Wanneer je dit dus blijft doorslikken, de pil, ontstaat er geen onttrekkingsbloeding.
Hoe meer strips je na elkaar gebruikt , hoe groter de kans is dat er dan tussentijds, onverwachts een doorbraakbloeding optreedt. Algemeen advies is niet meer dan drie strip achtereenvolgens. Bij doorbraakbloeding kan er een een stopweek ingelast worden.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Anticonceptie op maat 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vraag 1
Maak een overzicht van alle beschikbare vormen van anticonceptie. Geef daarbij aan hoe een zwangerschap wordt voorkomen en wat de voor- en nadelen zijn.
Vraag 2
Wat zou je adviseren als anticonceptie aan de volgende vrouwen.
Een stewardess
Een geestelijk gehandicapte
Een vrouw die trombose heeft gehad.
Een vrouw die borstkanker heeft gehad.
Vraag 3
Wat is de Diane en waarom wordt deze minder afgeleverd?


Vraag 4
Je ziet ook een stijging van de 2e generatiepil. Kun je bedenken waarom deze vaker wordt gebruikt?
Vraag 5
Is het een goed idee om over te stappen naar een 2e generatiepil als je nu een derde generatiepil gebruikt?
Vraag 6
Wat is het verschil tussen de Yasmin en Yaz?
Vraag 7
Wat is het verschil tussen een ontrekkingsbloeding en menstruatie?
Vraag 8
Een patiënt gaat op vakantie en wil tijdens de vakantie niet ongesteld worden. Hoe kan ze dit voorkomen met de microgynon 30, Zoely, de nuvaring en de Tryginon. En is het niet gevaarlijk een keer niet ongesteld te zijn?





Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was het belangrijkste leerpunt van vandaag?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht 
Het geven van zinvolle informatie over de anticonceptiepil 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies