In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Waarom is deze muur gebouwd?
Slide 4 - Woordweb
6.1 - Oriëntatie Over de Muur
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen 6.1 - tijdvak 10
Je kunt de kapitalistische en communistische ideologie uitleggen.
Je kunt de dubbele betekenis van de naam van dit hoofdstuk uitleggen.
Slide 6 - Tekstslide
Duitsland na WO2
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
03:25
Met 'heilstaat' wordt een land bedoeld waar iedereen het goed heeft, een ideaal land.
1. Noem de term die in het lied voor de strenge scheiding tussen Oost en West wordt gebruikt. 2. De titel van het lied én dit hoofdstuk heeft een dubbele betekenis. Leg dit uit.
Slide 11 - Open vraag
Ideologie
"Een ideologie is een verzameling ideeën en overtuigingen over hoe de samenleving zou moeten werken."
Voorbeelden
Politiek:
liberalisme: lage belastingen en weinig overheidsbemoeienis
socialisme: bevorderen van gelijkheid en het verdelen van welvaart
Religieus:
Christendom: het geloven in 1 god
Boeddhisme: het geloven in meerdere goden
Slide 12 - Tekstslide
Kapitalisme
(Westen)
Communisme
(Oosten)
Slide 13 - Tekstslide
Ideologie
"Een ideologie is een verzameling ideeën en overtuigingen over hoe de samenleving zou moeten werken."
Slide 14 - Tekstslide
Omschrijf het begrip ideologie in eigen woorden
Slide 15 - Woordweb
Samengevat:
De situatie van na de WO II uitgelegd.
Besproken wat een ideologie is.
Je weet dat kapitalisme en communisme een ideologie zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Video-opdracht
We kijken straks een video die kort uitlegt wat kapitalisme en communisme inhoudt.
Na de eerste keer kijken schrijf je alles op wat je onthouden hebt in 1 minuut.
Daarna krijg je een vraag over de ideologie.
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
timer
1:00
Schrijf alles op wat jij onthouden hebt!
Slide 19 - Woordweb
Wat is het idee achter kapitalisme?
A
Geld gebruiken om meer geld te verdienen.
B
Geld gebruiken om dure dingen te kopen.
C
Veel geld op de bank zetten voor de rente.
D
Hele lekkere broodjes bakken.
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
timer
1:00
Schrijf alles op wat jij onthouden hebt!
Slide 22 - Woordweb
Wat is het idee achter communisme?
A
Wie de beste spullen maakt verdient het meest.
B
Eerlijker alles verdelen door fabrieken en boerderijen aan de staat te geven.
C
Iedereen krijgt precies even veel.
D
Grote en kleine sigaren roken.
Slide 23 - Quizvraag
timer
3:00
Vrijheid
Concurrentie
Privébezit
Gelijkheid
Totalitaire dictatuur
Communisme
Democratie
Geplande economie
Slide 24 - Sleepvraag
Leerdoelen 6.1 - tijdvak 10
Je kunt de kapitalistische en communistische ideologie uitleggen.
Je kunt de dubbele betekenis van de naam van dit hoofdstuk uitleggen.
Slide 25 - Tekstslide
Opdrachten 6.1
Opdrachten/huiswerk
1A, B, C (was sleepvraag)
2A en B
3A en B
6A en B
Werk 5 minuten in stilte, geen overleg
Na 5 minuten mag je overleggen met je buurman/buurvrouw