§3.4 De bezetting van Nederland

§3.4 De bezetting van Nederland
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§3.4 De bezetting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

  • Tijdvak: Tijd van de wereldoorlogen
  • 1900-1950

  • Periode: moderne tijd
  • Vanaf 1800


Slide 2 - Tekstslide

Invalshoeken
  • Economisch: 
  • Wat zijn de middelen van bestaan? 
  • Leven mensen van de jacht, landbouw, industrie?
  • Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
  • Geld
 

Slide 3 - Tekstslide

Invalshoeken
  • Politiek-bestuurlijk: 
  • Bestuur: is het land een koninkrijk, keizerrijk of een republiek?
  • Wie is de baas? 
  • Welke regels en wetten zijn er?
 

Slide 4 - Tekstslide

Invalshoeken
  • sociaal: 
  •  Leefomstandigheden van mensen.
  •  Sociale lagen. 
  • Standen.
  • Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk? 
  • Leven de mensen in de stad of op het platteland?

Slide 5 - Tekstslide

Invalshoeken
  • cultureel
  • Gaat vooral over:
  • geloof 
  • kunst 
  • wetenschap

Slide 6 - Tekstslide

Bruikbaarheid van bronnen
Wanneer is een bron bruikbaar?
  • Bronnen zijn bruikbaar als ze antwoord geven op de vraag die je stelt. Het antwoord op jouw vraag moet dus terug te vinden zijn in de bron. 

Slide 7 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties
Genocide
Pogrom
Razzia
Shoah
Uitsluiting
Vervolging
Actie om gericht een bevolkingsgroep op te pakken
Uitmoorden van een volk
Opjagen en opsluiten van een bevolkingsgroep
Ander woord voor Holocaust
Gewelddadige aanval op joodse bewoners
Een groep niet laten meedoen aan de samenleving

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- hoe de Duitsers Nederland bezetten en welke gevolgen dat heeft voor politiek, cultuur, economie en dagelijks leven
- dat Nederlanders op verschillende manieren op de Duitse bezetting reageren
- hoe Nederland wordt bevrijd

En je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 9 - Tekstslide

Filmpje
Het begin van de oorlog

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

De meidagen
Ondanks neutraliteit wordt Nederland 10 mei 1940 aangevallen
Het slecht getrainde en uitgeruste leger biedt harde weerstand
Na het bombardement van R'dam geeft Nederland zich over
De regering en het koningshuis vluchten naar Engeland

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen bezetting
De Duitse bezetting heeft grote gevolgen
Politiek
Democratie afgeschaft, parlement ontbonden. Ambtenaren werken onder Duitse leiding door.
Economisch
Nederland moet gaan produceren voor Duitsland. Nederlandse mannen moeten werken in Duitse fabrieken. Gevolg is schaarste in Nederland.
Cultureel
Vrijheid van meningsuiting wordt afgeschaft, censuur ingevoerd. Radio's moet men inleveren. 
Dagelijks leven
Normaal leven werd vermoeilijkt (strijd, onvrijheid, honger, etc). Uitsluiting en vervolging van de joodse Nederlanders, razzia's en deportaties.

Slide 13 - Tekstslide

Filmpje
Gevolgen van de bezetting

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Reactie van de bevolking
In de oorlog reageren Nederlanders op 3 manieren
Verzet
De bezetter tegenwerken
Aanpassing
Doorgaan met het leven
Collaboratie
Samenwerken met de bezetter

Slide 16 - Tekstslide

Collaboratie
5% van de Nederlanders kiest voor samenwerking
Velen van hen zitten bij de NSB, de Nederlandse NSDAP
Anderen werken samen om er beter van de worden
Zij worden burgemeesters, vrijwilligers in het leger etc.

Slide 17 - Tekstslide

Verzet
Ook 5% van de bevolking kiest voor het verzet
Verzet
Actief verzet
Passief verzet
Gewelddadig verzet
Geweldloos verzet
Het bieden van tegenstand
De maatregelen die de Duitsers oplegden niet naleven (zoals radio niet inleveren)
Met geweld de bezetter aanvallen (zoals aanslagen & overvallen) 
Zonder geweld de bezetter actief dwarsbomen (zoals onderduikers helpen, kranten verspreiden & spionage)

Slide 18 - Tekstslide

Filmpje
Collaboratie, aanpassing en verzet

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


Bekijk de bron. Was Lou Manche een aanhanger of tegenstander van de NSB? Leg je antwoord uit door na te gaan wie wordt bedoeld als 'ware Nederlander' en wie niet

Slide 21 - Open vraag

De bevrijding
De Geallieerden hebben tot doel Duitsland te verslaan
Nederland wordt hierbij deels bevrijd in 1944
Bij hevige weerstand rond Arnhem wordt de rest niet bevrijd
Nederland zal nog tot 5 mei 1945 deels bezet blijven

Slide 22 - Tekstslide

Hongerwinter
Het zuiden van Nederland was bevrijd, het westen niet
Hier kwamen bijna gaan voorzieningen (voedsel, gas) meer
Ook was dit een uitzonderlijk strenge winter
Gevolg: honger en een tekort aan alles

Slide 23 - Tekstslide

Filmpje
De Hongerwinter en de bevrijding

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video