goederenontvangst logistiek

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al van goederenontvangst?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Tips voor goederenontvangst.
  • Laat je niet opjagen. 
  • Bepaal welke werkzaamheden de hoogste prioriteit hebben.
  • Vergeet  de vrachtbrief niet in ontvangst te nemen en de controle uit te voeren. 
  • Overleg met de chauffeur over de volgorde van ontvangst niet elke chauffeur moet gelijk weg.
  • Vraag om hulp als dat nodig is.
  •  Zorg dat je geen schade veroorzaakt met het lossen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

wat betekent fifo
A
fill in for order
B
first in first out
C
afkorting van filosoof

Slide 19 - Quizvraag

Wat is onderdeel van een goede planning bij het lossen van goederen
A
checken of er voldoende ruimte is om de binnenkomende goederen te lossen
B
De retourgoederen klaarzetten
C
De transportmiddelen voor het lossen klaarzetten
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet de verpakking waarin goederen vervoerd worden?
A
transportverpakking
B
reisverpakking

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je het verplaatsen van goederen uit de vrachtwagen naar het magazijn?
A
laden
B
lossen

Slide 22 - Quizvraag

Wat zie je hier?
A
Een laadkuil
B
Een dockshelter
C
een laadperron

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je het verlies van goederen door breuk, beschadiging bederf of diefstal
A
emballage
B
fifo
C
derving

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noemen ze het materiaal waarop statiegeld zit?
A
Derving
B
Emballage
C
Collo

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent THT
A
thuis houden tot
B
tenminste houdbaar tot
C
te harden tot
D
toch heel tam

Slide 26 - Quizvraag