Kernbegrippen leesvaardigheid vwo 3

Herhaling begrijpend lezen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Herhaling begrijpend lezen

Slide 1 - Tekstslide

Hoe is een zakelijke tekst
vaak opgebouwd?

Slide 2 - Woordweb

Noem een aantal manieren waarop
een tekst ingeleid kan worden

Slide 3 - Woordweb

Noem een aantal manieren waarop
een tekst afgerond kan worden

Slide 4 - Woordweb

Wat is een tussenkopje?

Slide 5 - Woordweb

Wat weten we over het
onderwerp van een tekst?

Slide 6 - Woordweb

Wat is de hoofdgedachte
van een tekst?

Slide 7 - Woordweb

Wat heb ik nodig om een
tekstverband te achterhalen?

Slide 8 - Woordweb

Noem een aantal tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden

Slide 9 - Woordweb

Noem een aantal
tekstsoorten

Slide 10 - Woordweb

Noem een aantal
tekstdoelen

Slide 11 - Woordweb

Wat is een kernzin?

Slide 12 - Woordweb

Wat is een feit?

Slide 13 - Woordweb

Waaraan herken je de
mening van de schrijver?

Slide 14 - Woordweb

Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda duurt langer. Kies uit:
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 15 - Quizvraag

Ik ga liever naar de carnavalsoptocht in Breda dan in Oosterhout, want de optocht in Breda is mooier. Kies uit:
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 16 - Quizvraag

Als een schrijver zijn standpunt onderbouwt met meerdere argumenten, noemen we dat:
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Meervoudige argumentatie

Slide 17 - Quizvraag

Noem een aantal signaalwoorden
waaraan je argumenten herkent

Slide 18 - Woordweb

Noem een aantal
tekststructuren

Slide 19 - Woordweb

Noem een aantal
functiewoorden.

Slide 20 - Woordweb