1. Je ziet straks een korte tekst, lees de tekst en daarna de antwoorden.
2. Maak een keuze uit geel, blauw, rood of groen.
3. Schrijf het cijfer 1 op met daarachter de keuze voor de kleur. Veeg het niet weg.
4. Klaar met het maken van een keuze, hiervoor krijg je telkens 1 minuut, dan leg je het wisbordje en de stift onder je stoel en wacht je even.
5. Door middel van de beurtstokjes geef ik beurten. Vertel de keuze aan de klas en waarom. Hierop gaan we een discussie houden. 1 voor 1 mogen jullie vervolgens opstaan en erop reageren. Je hoeft niet te reageren maar het mag. Meneer Stan houdt de controle en zegt stop waar dat nodig is, hij geeft ook aan wie wanneer wat mag zeggen.
6. Na afloop van de vragen tel je de kleuren bij elkaar op. Kijk waar je de meeste kleuren van hebt en schrijf dat groot op het wisbordje.