Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands FLEX - aanloop naar examen/toets schrijven
Nederlands schrijven examen
aanloop naar het examen schrijven
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands schrijven examen
aanloop naar het examen schrijven
Slide 1 - Tekstslide
hierna: quiz en uitleg
pak je telefoon om mee te doen
Slide 2 - Tekstslide
interpunctie en hoofdletters
Slide 3 - Tekstslide
Als jouw teckel mijn teckel tackelt tackelt mijn teckel jouw teckel terug.
A
Deze zin klopt
B
Er hoort een komma tussen 'tackelt' en 'tackelt'
Slide 4 - Quizvraag
De belgen vonden het niet plezant dat Antwerpen werd overspoeld door winkelende nederlanders.
A
is juist geschreven
B
... Belgen...nederlanders
C
...Belgen ... Nederlanders
D
...belgen ... Nederlanders
Slide 5 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Hij is dol op edammer kaas.
B
Hij is dol op Edammer kaas.
Slide 6 - Quizvraag
toen de lockdown ten einde was gingen zij stappen in amsterdam.
A
Er ontbreken 2 hoofdletters
B
Er ontbreekt 1 hoofdletter
C
Er ontbreken 3 hoofdletters.
D
Er ontbreken 2 hoofdletters en een komma
Slide 7 - Quizvraag
- geografische namen
- begin zin
- komma tussen twee persoonsvormen
T
oen de lockdown ten einde was
,
gingen zij stappen in
A
msterdam.
Slide 8 - Tekstslide
55-plussers krijgen voorrang.
A
is juist
B
moet zijn: "55-Plussers ..."
Slide 9 - Quizvraag
33 keer liep ik de trap op en neer.
A
moet zijn: "33 Keer..."
B
is juist
Slide 10 - Quizvraag
Uitleg: bij een cijfer aan het begin van de zin geen hoofdletter.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Hij liep richting het Westen
B
Wij zijn West-Friezen.
C
De drie wijzen kwamen uit het Oosten.
D
Op de noordpool is het best koud.
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer hoofdletter?
Windrichting een kleine letter, bijvoorbeeld
"het westen".
Windrichting in een geografische naam een hoofdletter:
"Amsterdam-Zuid" "de Zuidpool"
Slide 13 - Tekstslide
brief schrijven
Slide 14 - Tekstslide
Wat is juist als briefaanhef?
A
Geachte mevrouw De Vries,
B
Geachte Mevrouw De Vries,
C
geachte mevrouw de Vries,
D
Geachte mevrouw de Vries,
Slide 15 - Quizvraag
Wat is juist als datumaanduiding in een brief?
A
Beverwijk, 3 oktober 2023.
B
Beverwijk, 3-10-2023
C
Beverwijk, 3 oktober 2023
D
Beverwijk 3 oktober 2023
Slide 16 - Quizvraag
Beverwijk, 3 oktober 2023
stad met hoofdletter
daarna een komma
dag en jaar in cijfers, maar de maand in letters
geen komma achter de datumaanduiding
Slide 17 - Tekstslide
In de inleiding van een brief staat...
A
wat je verwacht van de geadresseerde
B
een opsomming van de belangrijke feiten
C
kort en bondig wat reden en onderwerp van de brief zijn
D
wie je bent
Slide 18 - Quizvraag
Met witregels scheid je alinea's.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
Elke alinea van een brief gaat over een deelonderwerp.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
In de slotalinea van een brief staat:
A
een herhaling van de feiten
B
wie je bent en waar je woont
C
wat je verwacht van de geadresseerde
D
een PS
Slide 21 - Quizvraag
artikel
Slide 22 - Tekstslide
A
tekstdoel: informeren
B
tekstdoel: beschouwing
C
tekstdoel: overtuigen
D
tekstdoel: activeren
Slide 23 - Quizvraag
A
tekstdoel: informeren
B
tekstdoel: beschouwing
C
tekstdoel: overtuigen
D
tekstdoel: activeren
Slide 24 - Quizvraag
A
tekstdoel: informeren
B
tekstdoel: beschouwing
C
tekstdoel: overtuigen
D
tekstdoel: activeren
Slide 25 - Quizvraag
A
tekstdoel: informeren
B
tekstdoel: beschouwing
C
tekstdoel: overtuigen
D
tekstdoel: activeren
Slide 26 - Quizvraag
Tip: lees goed de examen -of toetsopdracht.
Daaruit blijkt wat het doel van jouw tekst moet zijn.
Slide 27 - Tekstslide
tip:
als je examen/toetsopdracht
is dat je moet
overtuigen,
oftewel een betoog moet schrijven:
kies dan een
duidelijk standpunt
Dus:
WEL DOEN:
"Tabakverkoop in de supermarkt zou verboden moeten worden."
NIET DOEN:
"Tabaksverkoop in de supermarkt heeft enkele nadelen."
Slide 28 - Tekstslide
tip:
als je examen/toetsopdracht
is dat je moet
overtuigen,
oftewel een betoog moet schrijven:
kies dan een
duidelijk standpunt
Dit gaat vaak fout in de artikelen die we hebben nagekeken
namelijk:
Als je standpunt niet duidelijk is, loop je het risico dat je betoog onbedoeld een beschouwing wordt.
Dus ga voor zwart of voor wit.
Voor ja of voor nee.
Slide 29 - Tekstslide
witregels!!!
niet vergeten
Slide 30 - Tekstslide
artikel
een uitsmijter =
A
een grap of prikkelende opmerking aan het slot van je artikel
B
een argument waar niemand omheen kan
C
een pakkende openingszin
D
een trap na richting je tegenstanders
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Quiz examen Schrijven
October 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Quiz examen Schrijven
3 days ago
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
Examen Nederlands zakelijke e-mail/ brief
April 2017
- Les met
20 slides
door
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining
Voorbereiding examen schrijven 3F
October 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
4K examen oefenen zakelijke e-mail/ brief
April 2017
- Les met
20 slides
door
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining
Taal - brieven schrijven
January 2022
- Les met
10 slides
door
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 1,5,6,7,8
Kidsweek in de Klas
Schrijfdossier / oefenen voor examen ( memo, instructie, formulier)
March 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Uitleg examen Betoog
May 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2