Les: Samenwerken

Les 6: Samenwerken
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 6: Samenwerken

Slide 1 - Tekstslide

Je gaat op de middelbare school vaak moeten samenwerken. In de klas, maar ook buiten de klas is samenwerken heel belangrijk.

Goed kunnen samenwerken kan heel fijn zijn. Je maakt dan gebruik van elkaars kwaliteiten.

Maar samenwerken kan ook voor veel gedoe zorgen. In deze les laten we je zien hoe je goed kunt samenwerken!
Introductie 

Slide 2 - Tekstslide

1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Afsluiting
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Inhoudsopgave Les 

Slide 3 - Tekstslide

Samen staan we sterker. Die uitspraak ken je waarschijnlijk wel.

Samenwerken = je gezamenlijk inzetten om een bepaald doel te bereiken.


Bij de één lijkt samenwerken heel makkelijk te gaan terwijl de ander het misschien best lastig vindt.

Wat vind jij? Is samenwerken iets wat je kunt leren of kun je het gewoon?
1: Wat verwacht je? 

Slide 4 - Tekstslide

Bij een goede samenwerking gebruik je elkaars kwaliteiten. Maar wat zijn jouw kwaliteiten eigenlijk? 

Beantwoord de vragen:
2: Hoe doe je het nu? 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe belangrijk vind jij werk eerlijk
verdelen in samenwerking?
0100

Slide 6 - Poll

Hoe belangrijk vind jij overleggen in samenwerking?
0100

Slide 7 - Poll

Hoe belangrijk vind jij luisteren in samenwerking?
0100

Slide 8 - Poll

Hoe belangrijk vind jij actief meedoen in samenwerking?
0100

Slide 9 - Poll

Waarom lukt, volgens jou,
een samenwerking soms niet?

Slide 10 - Open vraag

3: Aan de slag 
3.1: Communiceren
- Theorie 
- Opdracht
- Theorie
3.2: Teamrollen
- Theorie
- Opdracht
- Theorie
Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen
Een heel belangrijk onderdeel van samenwerken is communiceren. Communiceren betekent niet alleen maar praten met elkaar. Je kunt ook zonder te praten communiceren met elkaar.
Een goed team heeft verschillende types. Ieder weer met zijn/haar eigen kwaliteiten. Je hebt bijvoorbeeld denkers, doeners en creatievelingen nodig in teams. Kom erachter welke teamrollen goed bij jou passen. 

Slide 11 - Tekstslide

Communiceren betekent niet alleen praten. Je kunt ook op andere manieren met elkaar communiceren. Denk hierbij aan lichaamshouding, of de uitdrukking van iemand zijn gezicht.
Houding
Met een bepaalde houding zeg je bewust of onbewust iets over jezelf. Zit je bijvoorbeeld onderuit gezakt in je stoel zeg je eigenlijk: "Ik heb geen zin, dit is saai."
Maar zit je op het puntje van je stoel en luister je aandachtig geeft je houding aan dat je geïnteresseerd bent.
Door een bepaalde houding aan te nemen kun je heel veel zeggen zonder dat je hoeft te praten.
Gezichtsuitdrukking
Ook door middel van je gezicht kun je communiceren zonder te praten.
Denk bijvoorbeeld aan een blij gezicht of een verdrietig gezicht.
Zonder te praten weet je of iemand blij, boos geïrriteerd of verdrietig is. 
Theorie 1: Communiceren 

Slide 12 - Tekstslide

Werk in twee of drietallen. Er wordt gedraaid aan het wiel en de ander voert de houding of uitdrukking uit. Draai daarna de rollen om!
Opdracht 1: Ik ben.... 

Slide 13 - Tekstslide

Om goed met elkaar te kunnen samenwerken heb je een aantal skills nodig: Luister goed naar elkaar, toon initiatief, geef je mening, stel vragen, overleg met elkaar, neem verantwoordelijkheid en accepteer dingen van elkaar.
1. Bespreek met elkaar hoe de opdracht moet worden aangepakt
2. Maak afspraken wanneer de opdracht klaar moet zijn
3. Verdeel het werk eerlijk. Let op: Het is nog nooit gebeurd dat iedereen precies evenveel doet. Accepteer dit ook.
4. Overleg met elkaar en vertel elkaar wat je gedaan hebt en wat je nog moet doen.
5. Doe actief mee
6. Zorg dat de afspraken worden nagekomen. 
Theorie 2: Stappen samenwerking 

Slide 14 - Tekstslide

Iedereen is anders en iedereen heeft sterke en minder sterke kanten. Om verschillende leden in een teamverband onder te kunnen verdelen werken we vaak in kleuren; rood, geel, groen en blauw. In welke kleur herken jij jezelf het meest? 

In een samenwerking kan niet iedereen dezelfde rol hebben. Een team met alleen maar rode mensen erin werkt dan ook niet. Een samenwerking werkt dus goed als er verschillende type mensen in een team zitten.
 
Vaak neem je een rol aan die bij je persoonlijkheid past, maar je kunt in kleinere teams ook meer rollen op je nemen.
3.1 Teamrollen 

Slide 15 - Tekstslide


Hoe kwam jij uit de test? 

Slide 16 - Poll

Klik hier voor de tekst!
1. Je gaat een klein oefentestje maken. Dit is geen officiële test, maar kan je wel een idee geven. 

2. In de test vul je 36 vragen in. Je moet telkens kiezen tussen twee opties. 

3. Als je de test hebt ingevuld komen er een aantal rollen uit die bij jou als persoon kunnen passen. 

4. Klik op de link en maak de test. Probeer de test zo eerlijk mogelijk in te vullen. 
Opdracht 1: Een klein testje 

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je nodig? Pen, papier (eventueel gekleurd papier), kleurpotloden/stiften en een schaar.

1. Maak de kaartjes. Je hebt hier 10 minuten voor dus overleg goed met elkaar hoe de kaartjes eruit komen te zien.
2. Speel kwartet met je team!
1. Maak groepjes van vier leerlingen. 3 is het absolute minimum.

Probeer te zorgen dat er in elk team een denker, een doener en een creatieveling zit.

2. Maak een taakverdeling.

3. Klik rechts voor 16 hoofdonderwerpen. Verzin bij elk hoofdonderwerp 4 deelonderwerpen. Hiervoor krijg je 10 minuten de tijd.

Voorbeeld
  • Hoofdonderwerp: planeten
  • Deelonderwerpen: Jupiter, Mars, Venus, Saturnus
Hoofdonderwerpen
Landen
Talen
Sporten
Feestdagen
Godstdiensten
Scholen
Politieke partijen
Muzieksoorten
Artiesten
Acteurs / Actrices
Kledingmerken
Steden
Emoties
Films
TV Series
Vloggers
Vaardigheid 1: Kwartetten! 

Slide 18 - Tekstslide

 
Bekijk de video over SMART
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.
Maak een plannetje hoe jij in de toekomst:

  • Nog beter / slimmer kunt communiceren
  • Nog beter / slimmer kunt samenwerken

Je doet dit natuurlijk SMART
4: Experiment 

Slide 19 - Tekstslide

1. Je basisdoel (wat wil je bereiken?)
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 20 - Open vraag

2a. Maak het specifiek
  • Wat moet er bereikt worden?
  • Wie moet het doel bereiken?
  • Waar moet dit gebeuren?
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 21 - Open vraag

2b. Verwerk de antwoorden die je
bij 2a hebt ingevuld nu in je doel
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 22 - Open vraag

3. Maak het meetbaar
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 23 - Open vraag

4. Maak het acceptabel (aantrekkelijk)
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 24 - Open vraag

5. Maak het realistisch
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 25 - Open vraag

6. Maak het tijdsgebonden.
Wanneer moet het doel behaald zijn?
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 26 - Open vraag

Dit is mijn doel
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.

Slide 27 - Open vraag

Quiz: Samenwerken!
5: Quiz 

Slide 28 - Tekstslide

Ben jij een échte teamplayer
of werk je liever solo!?
A
Echte teamplayer
B
Dat ligt aan m'n bui
C
Dat ligt aan de opdracht
D
Solo!

Slide 29 - Quizvraag

Wat vind je het fijnst
aan samenwerken?

Slide 30 - Open vraag

Wat vind je het vervelendst
aan werken in een team?

Slide 31 - Open vraag

Weet jij wat 'feedback' is?

Slide 32 - Open vraag

Vind jij het moeilijk / ongemakkelijk om een compliment te geven?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Vind jij het moeilijk / ongemakkelijk om een compliment te krijgen?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Van wie neem je
eerder iets aan?
A
Leeftijdsgenoten
B
Mensen die jonger dan jezelf zijn
C
Ouders en leraren
D
Influencers natuurlijk!

Slide 35 - Quizvraag

  • Ik weet nu meer over samenwerking
  • Ik weet hoe belangrijk communicatie is bij samenwerking
  • Ik weet nu dat er verschillende type mensen zijn
6: Afsluiting 

Slide 36 - Tekstslide