P2. W6 4havo/vwo 25-26

Objetivo
Esta semana vas a:
Escuchar acerca de la vida de varias personas.

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 160 min

Onderdelen in deze les

Objetivo
Esta semana vas a:
Escuchar acerca de la vida de varias personas.

Slide 1 - Tekstslide

Esta semana
1. Terminar la actividad de la semana anterior.
2. Gramática: Practicar pretérito indefinido (wordwall)
3. Escuchar: escucha las biografías y responde a las preguntas.
4. Ver: Mira los videos y responde a las preguntas.
5. Hablar: Prepara la presentación

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1
Luister naar het radioprogramma. Een journalist interviewt Leila Salem, de schrijfster van een nieuwe biografie van Ernesto che Guevara. Vul het kaartje in

Slide 4 - Tekstslide

País donde nació:
Qué estudio:
Países donde vivió:
Tuvo hijos:
Países donde luchó*:
País donde murió:
*Luchar: vechten

Slide 5 - Open vraag


Opdracht 2
Luister naar de biografie van deze persoon en kies het juiste antwoord.

Slide 6 - Tekstslide


Slide 7 - Open vraag

VER

Bekijk de video en vul bij elke vraag de pretérito indefinido in die je hebt gehoord. 
Let op!!! Je krijgt eerst het fragment en dan de vraag. 

Slide 8 - Tekstslide

11

Slide 9 - Video

9

Slide 10 - Video

00:11
¿Qué hace el padre de Eva?
Wat doet de vader van Eva?
A
Leer el periódico.
B
comer el desayuno.
C
ver la tele.

Slide 11 - Quizvraag

00:19
¿Qué estación del año es?
Welke seizoen is het?
A
invierno (winter)
B
verano(zomer)
C
otoño (hersft)
D
primavera (lente)

Slide 12 - Quizvraag

00:30
¿Qué hora es?
Hoe laat is het?
A
las 11:30
B
las 12:00
C
las 11:00
D
las 10:00

Slide 13 - Quizvraag

00:45
¿Qué hizo ayer Eva?
Wat heeft Eva gisteren gedaan?

Slide 14 - Open vraag

00:52
¿A dónde fue Eva?
Waar was Eva?

Slide 15 - Open vraag

01:11
¿Qué cenaron en casa de Javier?
Wat hebben ze gegeten?

Slide 16 - Open vraag

01:30
¿Qué hicieron después de cenar?
Wat hebben ze gedaan na eten?

Slide 17 - Open vraag

01:45
¿Qué hicieron después del concierto?
Wat hebben ze gedaan na het concert?

Slide 18 - Open vraag

02:02
¿A qué hora llegó Eva a la casa?
Hoe laat kwam Eva thuis?
A
a las 3am
B
a las 5am

Slide 19 - Quizvraag

00:32
............. el viernes en tren

Slide 20 - Open vraag

00:46
.......... el metro

Slide 21 - Open vraag

01:16
Por la noche ........... un musical en la gran vía.

Slide 22 - Open vraag

01:22
El espectáculo .............. fantástico.

Slide 23 - Open vraag

01:30
.................. tarde.

Slide 24 - Open vraag

01:33
.......... en un apartamento grande.

Slide 25 - Open vraag

01:42
Al día siguiente ................. chocolate con churros.

Slide 26 - Open vraag

01:58
Por la mañana ................ en el teleférico.

Slide 27 - Open vraag

02:30
Todos ............... bocadillos de calamares.

Slide 28 - Open vraag

02:41
Por la tarde ............. muchas fotos en la plaza mayor.

Slide 29 - Open vraag

02:49
Mis amigos ............... en el estadio del Real Madrid.

Slide 30 - Open vraag


Presentatie over een Spaanstalige artiest
Je opdracht is om een mondelinge presentatie te maken over een Spaanstalige artiest (zanger, kunstenaar, acteur, schrijver, enz.). Volg de onderstaande instructies:
1. Inhoud
Kies één Spaanstalige artiest.
Vertel belangrijke informatie over zijn/haar leven en carrière:
Biografische gegevens
Belangrijke prestaties
Bekende nummers / werken
Waarom jij deze artiest hebt gekozen
2. Verplichte grammatica
Gebruik minstens 10 verschillende werkwoorden in de pretérito indefinido.
Voorbeelden: nació, publicó, ganó, viajó, trabajó, murió, empezó.


Gebruik tijdsaanduidingen, zoals:
en 2003…
después…
hace … años…
3. Mondelinge presentatie
Je mag niet je hele tekst voorlezen. Je mag kleine kaartjes gebruiken, maar je moet natuurlijk spreken.
De presentatie duurt 3–5 minuten.
Je moet vragen van de docent kunnen beantwoorden over jouw artiest.
4. PowerPoint
Maak een duidelijke en visuele PowerPointpresentatie.
Gebruik afbeeldingen van de artiest.
Plaats niet te veel tekst.
Gebruik korte zinnen en steekwoorden.


Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide