Hoe werken netwerken?

Hoe werken netwerken?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe werken netwerken?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je wat ADDS, DNS, DHCP, Remote access en LAN verbinden met internet is.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie van leerdoelen van de les.
Wat weet je al over netwerken?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een netwerk?
Een netwerk is een groep apparaten die met elkaar zijn verbonden om informatie te delen en te communiceren.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een netwerk is.
Wat is DNS?
DNS staat voor Domain Name System. Het vertaalt domeinnamen naar IP-adressen zodat computers met elkaar kunnen communiceren.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat DNS is en hoe het werkt.
Wat is DHCP?
DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol. Het wijst automatisch IP-adressen toe aan apparaten die zijn verbonden met het netwerk.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat DHCP is en hoe het werkt.
Wat is Remote Access?
Remote access is het vermogen om toegang te krijgen tot een computer of netwerk vanaf een externe locatie.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat Remote Access is en waarom het belangrijk is.
Wat is ADDS?
ADDS staat voor Active Directory Domain Services. Het is een service waarmee organisaties gebruikers, computers en printers kunnen beheren op een netwerk.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat ADDS is en waarom het belangrijk is.
Hoe verbind je een LAN met internet?
Een LAN kan worden verbonden met internet door een modem of router te gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe je een LAN verbindt met internet en geef voorbeelden van modems en routers.
Samenvatting
Een netwerk bestaat uit een groep apparaten die met elkaar zijn verbonden om informatie te delen en te communiceren. DNS vertaalt domeinnamen naar IP-adressen, DHCP wijst automatisch IP-adressen toe aan apparaten, Remote Access geeft toegang tot een computer of netwerk vanaf een externe locatie, ADDS helpt organisaties bij het beheren van gebruikers, computers en printers, en een LAN kan worden verbonden met internet via een modem of router.

Slide 10 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste informatie en leerdoelen van de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.