Herhaling lesstof basisstof 1 t/m 4
1 / 28
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Balzak
Teelballen
Bijballen
Urinebuis
Zwellichamen
Prostaat
Zaadblaasjes
Zaadleiders
Penis
Eikel
Voorhuid
Slide 3 - Sleepvraag
Wat is de functie van de bijballen?
A
Maken zaadcellen
B
Zorgen voor het opslaan van zaadcellen
C
Vervoeren de zaadcellen
D
Zorgen dat de zaadcellen vocht krijgen
Slide 4 - Quizvraag
Hoe wordt vocht met zaadcellen genoemd?
A
Sperma
B
Zaadcellen met vocht
C
Prostaat
D
Vocht
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt het genoemd als de voorhuid van een man is weggehaald?
Slide 6 - Open vraag
Hoe ontstaat een erectie?
A
De spieren spannen zich aan
B
Omdat de man de voorhuid en de eikel stimuleert
C
De zwellichamen vullen zich met vocht
D
De zwellichamen vullen zich met bloed
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Trechter
Eierstok
Eileider
Baarmoeder
Clitoris
Kleine schaamlip
Grote schaamlip
Vagina
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is de vrouwelijke geslachtscel?
Slide 10 - Woordweb
Wat is een follikel?
A
Dat is de eisprong
B
Blaasje gevuld met vocht en een eicel
C
Hierin liggen zaadcellen
D
Dat is een eicel
Slide 11 - Quizvraag
Waar worden de vrouwelijke geslachtscellen in gemaakt?
A
In de trechter
B
In de baarmoeder
C
In de eileider
D
In de eierstok
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor eisprong?
A
Overgang
B
Ovulatie
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het maagdenvlies?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Regelen geslachtshormonen de werking van voortplantingsorganen?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Worden de mannelijke geslachtshormonen in de bijballen gemaakt?
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quizvraag
Worden de vrouwelijke geslachtshormonen in de eierstokken gemaakt?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Kun je aan een geslachtskenmerk zien of iemand een jongen is?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Primaire geslachtskenmerk
Secundaire geslachtskenmerk
Penis
Schaamhaar
Vagina
Balzak
Borsten
Schaamlippen
Bredere heupen
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat wordt er tijdens de menstruatie afgebroken?
A
Het baarmoederslijmvlies
B
De spierlaag van de baarmoeder
Slide 22 - Quizvraag
Tijdens de menstruatie wordt het baarmoederslijmvlies:
A
Dikker
B
Dunner
Slide 23 - Quizvraag
Tot wanneer is een vrouw ongesteld?
A
Tot ongeveer 30 jaar
B
Tot ongeveer 50 jaar
C
Tot ongeveer 25 jaar
D
Tot ongeveer 40 jaar
Slide 24 - Quizvraag
Hoelang duurt een menstruatiecyclus?
A
20 dagen
B
30 dagen
C
28 dagen
D
3 á 4 dagen
Slide 25 - Quizvraag
Duurt de menstruatie een week?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Wordt een vrouw tijdens de zwangerschap ongesteld?
A
Ja
B
Nee
