Woordenschat H1 - les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Alaska
• herhaling theorie
  
• spel
• zelfstandig werken
  

doelen

Ik kan vergelijkingen herkennen en begrijpen.

vergelijkingen

Je zet twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken: het object (o) en het beeld (b).

-> om iets extra duidelijk of krachtig uit te drukken

-> om een tekst aantrekkelijker te maken

vergelijkingen

Object: iets uit de werkelijkheid

Beeld : iets waar het object op lijkt

Object en beeld verbind je met: 

- als (een)...                                    - een... van (een)...

- lijkt wel (een)...                          -... is net (een) ...

- zo... als (een)...

vergelijkingen

Een vergelijking is een vorm van beeldspraak.

Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.

voorbeelden

• De winnaar van de talentenjacht (o) was zo trots als een pauw (b).
• Het is een boom (b) van een kerel (o).
• Mijn opa (o) is zo doof als een kwartel (b).

Levend memory

Zo snel als ...

zelfstandig werken

weektaak: 

Hoofdstuk 1 Woordenschat: opdracht 1 t/m 6

doelen

Ik kan vergelijkingen herkennen en begrijpen.