Les 1 Examentraining Schrijven- hoofdletters en leestekens + email

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Uitleg examen schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Examen schrijven
  • Je krijg 2 of 3 schrijfopdachten. (2F= 3, 3F= 2)
  • Je hebt een uur de tijd.
  • Zakelijke brief of e-mail, klachtenbrief of e-mail, instructie, artikel, uitnodiging, betoog, verslag, blog (column).
  • Je typt het op de computer.
  • Je mag kladpapier en een woordenboek gebruiken.
  • Je wordt via de mail uitgenodigd. Kom op tijd, neem je ID-kaart mee! 
  • Zorg dat je je inloggegevens uit je hoofd kent!




Slide 3 - Tekstslide

Beoordeling van het examen Schrijven
  • Is de tekst leesbaar en adequaat? Minimum aantal woorden?
  • Inhoud (zijn alle elementen correct verwerkt?)
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid (alinea's, kopjes, marges enz)

Slide 4 - Tekstslide

Tips 
  • Schrijf zoveel mogelijk in de tegenwoordige tijd (deze brief schrijf ik omdat, hierbij bied ik te koop aan, hiermee wil ik u laten weten dat…)
  • Probeer je zinnen niet te vaak met ‘ik’ te beginnen.
  • Maak korte, bondige zinnen.
  • Denk aan hoofdletters en leestekens, punten en komma’s op de juiste plek.
  • Lees je opdracht nog eens door, om eventuele spelfouten of zinnen te verbeteren.




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het doel van deze e-mail?
A
Informeren
B
Vermaken
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende slotzinnen zou ook onderaan deze e-mail passen?
A
Hopende u voldoende te hebben geïnformeerd verblijf ik met de meeste hoogachting,
B
Check jullie later!
C
Ik hoor graag van jullie.
D
Joeeee!

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer gebruiken
we een hoofdletter?

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe schrijf ik mevrouw molendijk correct?
A
mevrouw molendijk
B
Mevrouw Molendijk
C
mevrouw Molendijk
D
Mevrouw molendijk

Slide 12 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk hoofdletters en punten te schrijven?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe schrijf ik jordi van den berg?
A
Jordi Van Den Berg
B
jordi van den Berg
C
Jordi van den Berg
D
jordi van den berg

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
meneer Otten geeft les.
B
Meneer Otten geeft les.
C
Meneer otten geeft les
D
meneer Otten geeft les

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin is goed?
A
De oude vrouw is moe omdat ze veel gelopen heeft
B
de oude vrouw, is moe omdat ze veel gelopen heeft
C
De oude vrouw is moe omdat, ze veel gelopen heeft.
D
De oude vrouw is moe, omdat ze veel gelopen heeft.

Slide 21 - Quizvraag

Test! 

Vul de juiste antwoorden in. 


Doel: zo min mogelijk fouten maken! 




Slide 22 - Tekstslide

Hoe schrijf je:
engelse drop
A
Engelse drop
B
engelse drop
C
Engelse Drop
D

Slide 23 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari

Slide 24 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
maarten van der aa
A
Maarten van der aa
B
maarten Van der Aa
C
Maarten Van Der Aa
D
Maarten van der Aa

Slide 25 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
's avonds ga ik slapen
A
's avonds ga ik slapen.
B
's Avonds ga ik slapen.
C
'S avonds ga ik slapen.

Slide 26 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
ik ga met pasen naar parijs

A
Ik ga met Pasen naar Parijs.
B
Ik ga met Pasen naar parijs.
C
Ik ga met pasen naar Parijs.
D
ik ga met Pasen naar Parijs.

Slide 27 - Quizvraag

Hoe schrijf je:
geachte meneer de vries ,

A
Geachte meneer De Vries ,
B
geachte meneer De Vries ,
C
Geachte meneer de Vries ,
D
Geachte Meneer de Vries ,

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag
https://2fnederlands.wordpress.com/2020/10/25/oefening-e-mail-schrijven/

Slide 29 - Tekstslide