31-03 : Revision grammar Chapter 3 part 2 : Some/any

TODAY
- Candy test
- Revision Chapter 3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TODAY
- Candy test
- Revision Chapter 3

Slide 1 - Tekstslide

Translate 
1. serveerster
2. (drink)pak
3. zuivel
4. begrijpen
5. blijkbaar
6. Kun je me het zout even aangeven?

Slide 2 - Tekstslide

Translations
1. waitress
2. carton
3. dairy
4. to understand
5. apparently
6. Could you pass me the salt, please?

Slide 3 - Tekstslide

Some/any: basisregel
'Some': positieve/bevestigende zinnen
I have some money.


'Any': negatieve/ontkennende zinnen en vraagzinnen
I don't have any money.
Do you have any money?


Slide 4 - Tekstslide

Some/any: uitzonderingen
'Some': als je ergens om vraagt of een aanbod doet en een positief antwoord verwacht
Can I have some water, please?
Would you like some tea?

'Any': bij 'never', 'hardly', 'without'
He never has any time.
She passed the test without making any mistakes.

Slide 5 - Tekstslide

Some/any: samenstellingen
Bij samenstellingen met 'some' en 'any' gelden dezelfde regels.
There is someone at the door.
Is anyone home?

I want to do something.
I can't do anything for you.

Slide 6 - Tekstslide

Samenvattend:
Some:
- Bevestigende zinnen 
- Vragen waarbij je eigenlijk al weet dat het antwoord 'ja' is. 
- Vragen waarin je iemand iets aanbiedt. 

Any: 
- Ontkennende zinnen 
- in de meeste/alle andere vraagzinnen

Slide 7 - Tekstslide

We have ___ apples.
A
some
B
any

Slide 8 - Quizvraag

Did you see ___ good films this weekend?
A
some
B
any

Slide 9 - Quizvraag

We don't have ___ bread.
A
some
B
any

Slide 10 - Quizvraag

Do you have ___ pets?
A
some
B
any

Slide 11 - Quizvraag

There are hardly ___ students here.
A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

Would you like ___ to drink?
A
something
B
anything

Slide 13 - Quizvraag

Can I have ___ lemonade, please?
A
some
B
any

Slide 14 - Quizvraag

They never listen to ____.
A
someone
B
anyone

Slide 15 - Quizvraag

He needs to do ___ homework.
A
some
B
any

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link