Kunstbeschouwing Dans

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

KUNSTBESCHOUWING

DANS KUA

DANS

I. Voorstelling: Wat is er te zien en/of te horen? Wat voor soort dansvoorstelling wordt er uitgevoerd?

II. Inhoud: waar gaat de dansvoorstelling over: wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?

III. Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven door middel van dans?

IV. Theatervormgeving: waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de dansvoorstelling vormgegeven?

VORMGEVING

• Ruimte
• Tijd
• Kracht 

THEATERVORMING

Met welke materialen en technieken wordt de dansvoorstelling vorm gegeven?

RUIMTE

• Richtingen
• Hoogtelagen
  
• Combinaties van richtingen, hoogtelagen en voortbeweging in de ruimte

TIJD

Dans heeft een duur , een tempo, een ritme en maat. 

Dans maakteen bepaalde onderverdeling van de tijd zichtbaar.

KRACHT

Spanning

Gewicht

Aanzet

Vorm en vormelementen, choreografie

Structuur

Samenwerkingsvormen