5h-31-1-Sprechen und cito-E1-2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Und so geht es weiter:  

MO Deutsch, SE 3

 25 Minuten, 35% SE-cijfer (25% Sprechen, 10 % Literatur)

1) Du erzählst über 2 Romane

   => Bibliothek: Niveau 3 oder 4, Originalsprache ist Deutsch

2) Ich habe ein eigenes Thema, worüber ich 5-8 Minuten erzählen kann + Fotos über das Thema

Let op: Spätestens (=uiterlijk!!) am ..............

=>Ich habe eine Mappe mit 2 Büchern, Notizen über die Bücher, eine Kopie vom Vorlesestück und das Thema vom Vortrag abgegeben

 

a) een keurig net, foutloos uitgetypt A4-tje met daarop:

- je voornaam, achternaam en klas

- het vak (Deutsch) en de naam van je docent

- de 2 boektitels met naam van de schrijver/schrijfster en het jaar waarin het boek geschreven is (let op: dus niet het jaar waarin bijv. de 8e uitgave, die jij hebt gelezen, is gedrukt!)

- je eigen onderwerp (keuze vrij)

b) een kopie van je voorleesstuk. Schrijf boven de kopie de titel van het boek waar het uitkomt!

c) Aantekeningen die je tijdens het lezen van je boeken/het voorbereiden van je mondeling hebt gemaakt. Lever verzorgd werk in waaruit blijkt op welke manier je met de boeken bent bezig geweest en waarover je tijdens het mondeling gaat praten.

Hausaufgabe war:

1) MO vorbereiten: du hast 2 Bücher und ein Thema ausgesucht

 

2)  lernen: Signalwörter, Seite 104+105 (benadrukking t/m opsomming)

Diese 2 Bücher werde ich lesen:

Das ist mein MO-Thema (Urlaub, Land, Hobby...)

Ziel dieser Stunde:

Sprechen:

1)  Ich spreche über ein Thema

= Kopie 1

2) Ich kenne MO-Sätze = Kopie 2

--> beide Kopien aufbewahren!!

3) Ich wiederhole Signalwörter und übe  übe Cito-lesen

Lesen und lernen:

2) Ich kann Signalwörter und ihre Funktion erkennen

 = signaalwoorden en verbanden herkennen

--> lese die Signalwörter und ihre Funktion, zum Beispiel: "Tekstverband: benadrukking: besonders = in het bijzonder, vooral"

= Seite 104-107 --> probeer zo veel mogelijk te onthouden!

Welke functie heeft: "zudem"?

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. uitbreiding

Welke functie heeft: "stattdessen"?

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. uitbreiding

Welke functie heeft: "indem"

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. uitbreiding

Lees tekst 1 + 2 in het exmanbundel (blz. 112-114)

1. Markeer alle signaalwoorden die je tegenkomt
2. Schrijf ernaast wat de functie van deze woorden is
3. Schrijf ernaast wat de vertaling van de woorden is
4. Lees de teksten nog een keer: waar gaan de teksten over? Schrijf een korte samenvatting
5. Beantwoord nu de 5 vragen, onderstreep in de tekst waar je denkt het antwoord gevonden te hebben

Signaalwoordenen + vertaling + verband in tekst 1 en 2 zijn:

Antworten: 

Hausaufgabe: lesen: Texte 3, 4, 5, 6 

= Examenbundel Seite 115-120 

1. Markeer alle signaalwoorden die je tegenkomt
2. Schrijf ernaast wat de functie van deze woorden is
   
3. Schrijf ernaast wat de vertaling van de woorden is
   
4. Lees de teksten nog een keer: waar gaan de teksten over? Schrijf een korte samenvatting (1-2 zinnen per tekst)
5. Zoek belangrijke woorden (zeker uit vragen/antwoorden) op in een woordenboek
6. Beantwoord nu de 5 vragen, onderstreep in de tekst waar je denkt het antwoord gevonden te hebben