par 2.6 Vorsten met macht

Paragraaf 2.6
Vorsten met macht
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.6
Vorsten met macht

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Frankrijk
  • Lodewijk XIV
  • Zonnekoning
  • Absolutisme
  • Met 4 jaar al koning (minister Mazarin regeerde)
  • In 1661 (met 22 jaar) nam hij de leiding over!

Slide 3 - Tekstslide

Het Absolutisme
  • Regering waarbij de macht van de vorst door NIETS wordt beperkt!
  •  Goddelijk recht

  • De koning bepaalde alles, dus ook de godsdienst!

  • eenheid van geloof - Katholiek

Slide 4 - Tekstslide

Versailles
  • Gigantisch paleis onder Parijs
  • Alle ministers en adel verbleven hier! Controle!
  • Hoofdzetel van het Absolutisme!
  • Dagelijks 3000 tot 10.000 hovelingen!
  • Tegenwoordig: Museum (5 miljoen bezoekers per jaar)

Slide 5 - Tekstslide

"De koning heeft alle macht"
Welk begrip hoort hierbij?
A
abolutionisme
B
nationalisme
C
feminisme
D
absolutisme

Slide 6 - Quizvraag

Welke uitspraak past bij het absolutisme?
A
Samen zullen wij overwinnen.
B
De staat, dat ben ik.

Slide 7 - Quizvraag

Waarom laat Lodewijk XIV zich ook zonnekoning noemen?

Slide 8 - Open vraag

Waarom moest de adel van Lodewijk XIV op het paleis Versailles verblijven?

Slide 9 - Open vraag

Maken opdrachten

 paragraaf 2.5 = huiswerk
Af: maken opdrachten 2.6

Slide 10 - Tekstslide

Chaos vanaf 1648
  • De 'Fronde' (burgeroorlog tussen 1648 en 1653)
  • Steden en adel kwamen in opstand tegen de regering (Minister Mazarin)
  • Er kwam een roep om 'orde en rust' door een sterke koning!
  • Lodewijk trok meer macht naar zich toe!

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmfragment goed!
Film: 'Le Roi Danse' uit het jaar 2000

Hierna volgen een paar vragen!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat wordt met de dans gesymboliseerd?
A
Alles draait om de koning
B
De koning is ook maar een mens
C
De koning houdt van dansen
D
De dans is iets koninklijks

Slide 14 - Quizvraag

Wat wilt de koning nog meer uitbeelden?
A
Hij is niet zo vaardig
B
Zijn rijkdom
C
Hij is Goddelijk
D
Zijn verstand van dans

Slide 15 - Quizvraag

Kijk goed naar dit schilderij!

Slide 16 - Tekstslide

Hoe wordt het droit divin op dit schilderij uitgebeeld?
A
Koning zit op de troon
B
Koning is omringd met bisschoppen
C
Koning krijgt de macht van 'boven'
D
De koning is 'verlicht'

Slide 17 - Quizvraag

Bekijk de volgende filmtrailer aandachtig
Film: 'Marie Antoinette' uit 2006

Daarna volgen enkele vragen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waar speelt deze film zich vooral af?
A
Parijs
B
Het Louvre
C
Versailles
D
Paleis Schonbrunn

Slide 20 - Quizvraag

Welke conclusie kun je NIET trekken na dit fragment?
A
Marie Antoinette was slim
B
Marie Antoinette leefde in rijkdom en weelde
C
Marie Antoinette was koningin van Frankrijk
D
Marie Antoinette hield van glamour

Slide 21 - Quizvraag

Welke conclusie is JUIST?
A
Marie Antoinette bleef machtig
B
Marie Antoinette gaf veel aan de armen
C
Marie Antoinette kreeg tegenstand van het volk
D
Marie Antoinette hield niet van hondjes

Slide 22 - Quizvraag

De volgende vragen gaan over deze les!

Slide 23 - Tekstslide

Voor de tijd van Lodewijk XIV waren Franse koningen nog niet zo machtig!
A
GOED
B
FOUT

Slide 24 - Quizvraag

Vanaf wanneer werden protestanten niet meer vervolgd in Frankrijk door het Edict van Nantes?
A
1541
B
1598
C
1648
D
1602

Slide 25 - Quizvraag

Vanaf wanneer trok Lodewijk XIV deze maatregel van godsdienstvrijheid weer in?
A
1641
B
1598
C
1685
D
1672

Slide 26 - Quizvraag

Waarom werd de adel in Frankrijk door Lodewijk naar Versailles gehaald?
A
Voor zijn dansvoorstellingen
B
Ter controle
C
Om belasting te betalen
D
Voor de gezelligheid

Slide 27 - Quizvraag

Het volk in Parijs werd steeds bozer op Marie Antoinette. Waarom?
A
Ze gedroeg zich niet als een koningin
B
Ze liet het volk cake eten in plaats van brood
C
Ze was te verkwistend
D
Ze was een Oostenrijkse

Slide 28 - Quizvraag

Aan wie moest Lodewijk XIV verantwoording afleggen?

Slide 29 - Open vraag

Absolutisme in Engeland?
  •  Strijd tussen Parlement en koningen om macht
  • Het Parlement was echter machtiger dan in Frankrijk
  • Soms werd een koning afgezet of zelfs onthoofd
  •  In 1688  kwam een eind aan de ruzie. Stadhouder Willem III verdreef de Engelse koning en ondertekende de Bill of Rights
  • Deze 'Glorious Revolution' betekende een overwinning voor het Parlement!
  •  De macht van de koning werd beperkt door het Parlement!

Slide 30 - Tekstslide

De Republiek der Nederlanden?
  •  In de 17e eeuw was Nederland een Republiek met 7 gewesten (staatjes): Hol, Ze, Ut, Gld, Ov, Gr, Fr
  • Het hoogste bestuur in elk gewest lag bij de Staten(vergadering met vertegenwoordigers van de steden en adel)
  • De gewesten werkten samen in de Staten-Generaal (beslissingen over buitenlandse politiek, leger en vloot)
  • De Republiek werd bestuurd door regenten uit rijke families/bovenlaag (oligarchie)
  • Het gewone volk had niets te vertellen!

Slide 31 - Tekstslide

Stadhouder
  • Opperbevelhebber van het leger en de vloot
  • Invloed op benoeming van regenten
  • Nakomelingen van Willem van Oranje
  • Hij kon roem vergaren door oorlog te voeren!

Slide 32 - Tekstslide

Raadpensionaris
  • Soort minister-president van de gewesten
  • Vertegenwoordigde het belangrijkste gewest (Holland) in de Staten-Generaal
  • Hij wilde rust en vrede om de handel veilig te stellen!
  • Machtstrijd met de stadhouder (van Oldenbarnevelt en Maurits)

Slide 33 - Tekstslide

Wat heb je deze les vooral onthouden?
Type een woord of korte zin!

Slide 34 - Open vraag