Deel 4: Monisme en dualisme

Deel 4: Monisme en dualisme
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieSecundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deel 4: Monisme en dualisme

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het dualisme en het monisme?

Slide 2 - Open vraag

Dualisme vs Monisme 
In het dualisme zijn geest en lichaam twee fundamenteel verschillende substanties. In het monisme zijn geest en lichaam een en dezelfde substantie.

Slide 3 - Tekstslide

Dualisme 

Slide 4 - Tekstslide

Welke stelling klopt volgens het dualisme van Descartes?
A
Het lichaam en de geest zijn beide materieel
B
Het lichaam is materieel en de geest is immaterieel
C
Het lichaam is immaterieel en de geest is materieel
D
Het lichaam en de geest zijn beide immaterieel

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat was het wereldbeeld van Descartes?
A
Monistisch
B
Idealistisch
C
Separatistisch
D
Mechanisch

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wie was een andere filosoof met een dualistisch mensbeeld?
A
Aristoteles
B
Plato
C
Hume
D
Kant

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Welke Oosterse visie heeft ook een dualistisch mensbeeld?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Monisme 

Slide 15 - Tekstslide

Wat was volgens Spinoza het probleem met het substantiedualisme van Descartes?

Slide 16 - Open vraag

Wat was volgens Spinoza het probleem met het substantiedualisme van Descartes?
Het probleem bij het dualisme is dat er geen verklaring is voor hoe de geest het lichaam dan kan beïnvloeden. Descartes probeerde dat probleem op te lossen door te stellen dat de verbinding tussen lichaam en geest zich bevindt in de pijnappelklier, maar dan nog blijft die verbinding een mysterie. Dit probleem lost Spinoza op door de splitsing tussen lichaam en geest als aparte substanties op te geven.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Spinoza spreekt over lichaam en geest als twee verschillende verschijningsvormen van
dezelfde substantie. Leg uit aan de hand van een munt.

Slide 19 - Open vraag

Spinoza spreekt over lichaam en geest als twee verschillende verschijningsvormen van
dezelfde substantie. Leg uit aan de hand van een munt.
Een munt heeft twee kanten. Aan elke kant staat er iets anders, maar het is dezelfde munt.
Zo is het ook voor de geest en het lichaam. Beiden zijn verschijningsvormen van dezelfde substantie.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke filosoof had ook een monistisch mensbeeld?
A
Socrates
B
John Stuart Mill
C
Immanuel Kant
D
Aristoteles

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Hoewel Aristoteles de leerling van Plato was, nam hij regelmatig afstand van diens ideeën. Volgens Aristoteles ontstaat elk concreet ding, elke vorm, doordat een bepaalde materie wordt opgelegd aan een hoeveelheid substantie. De materie is de essentie van de vorm en kan niet zelfstandig bestaan. Materie en substantie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: materie kan niet bestaan zonder substantie en substantie kan niet bestaan zonder materie.
A
Deze uitspraak is fout
B
Deze uitspraak is juist

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Zouden Boeddhisten akkoord gaan met de ideeën van Spinoza? Motiveer je antwoord.

Slide 26 - Open vraag

Zouden Boeddhisten akkoord gaan met de ideeën van Spinoza? Motiveer je antwoord.
Het boeddhisme ontkent het bestaan van een onsterfelijke ziel en stelt dat lichaam en geest één zijn. Het lichaam (inclusief de hersenen) heeft een fysieke vorm, maar de geest (die zich bewust is van alle ervaringen) is vormloos.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide